door Maartje Oostdijk.
Utopische verhalen die de natuur centraal stellen kunnen een alternatief bieden voor de neoliberale utopie van continue vooruitgang en oneindige consumptie waar onze maatschappij op gefundeerd is. In de ecotopia wordt consumptie gematigd, en matiging zou wel eens onmisbaar kunnen zijn voor een duurzame samenleving.
Ideeën over de klimaatcrisis en de dreigende Apocalyps zijn onze generatie met de paplepel ingegoten. Praten over het milieu, schone lucht, schoon water, voedsel zonder pesticiden en zeeniveaustijging zijn niet meer alleen het terrein van een gemarginaliseerde groep eco-hippies maar zijn volledig onderdeel geworden van het publieke debat.
´Duurzaam geproduceerd´ valt te lezen op bijna elke verpakking van welk product dan ook. Hoewel klanten in de supermarkt vanwege de crisis van de economie minder te besteden hebben, geven ze meer uit dan ooit tevoren aan biologische producten. Maar om mij heen hoor ik sceptische geluiden over dit ´groene consumeren´. Onder mijn vrienden zijn er veel die denken dat deze hype van een even tijdelijke aard is als naveltruitjes of new balance sneakers.
Ik denk niet dat dit het geval is, ik denk wel degelijk dat het besef van naderend onheil en een veranderend klimaat bij een grote groep mensen is ingeslagen. Wel ben ik even sceptisch over het nut van het groene consumeren. Daarom zal ik in dit stuk uitweiden over andere ecologische ideeën, die er niet alleen maar op uit zijn het wereldwijde kapitalisme een klein beetje aan te passen zodat we op een andere (‘licht groene’) manier verder kunnen gaan met consumeren.
Terwijl de gewetens van een kleine groep gegoede consumenten worden gesust door het af en toe kopen van biologische producten stijgt de uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen nog steeds. Alternatieve vormen van energie en voedsel hebben geen prioriteit op de politieke agenda. De Apocalyps waar in de late jaren zestig al voor gewaarschuwd werd komt steeds dichter bij en is ernstiger dan wetenschappers destijds vermoedden. Nog nooit in de geschiedenis van de aarde is er zo’n snelle opwarming voorgekomen.
In de jaren 50 en 60 waren literatuur en kritische reflectie hierover dystopisch. Science fiction schrijvers schetsten een wereld die verwoest werd door overbevolking en vervuiling. Sinds ongeveer dertig jaar bestaan er echter ecologische stromingen die niet langer enkel hameren op deze dystopische toekomst, gericht op een ‘Ecotopia’. Deze stromingen grijpen de ecologische crisis juist aan als reden om opnieuw te definiëren wat het ‘goede leven’ betekent voor onze maatschappij. Niet alleen kan de ‘aarde worden gered’, maar ook kan de crisis van het milieu ten goede worden ingezet. Zogenaamde eco- centrische denkbeelden kunnen ons een idee geven van hoe we onze menselijke levens kunnen leiden in harmonie met onze niet menselijke, natuurlijke omgeving. Ecotopia was, samen met feminisme, de voornaamste erfenis van de radicale periode van de sixties. In de jaren 70 en 80 was het een drijvende kracht voor alternatieven van de moderne samenleving.
Waar veel andere utopische denkbeelden uitgaan van de utopie van overvloed, laat de ecotopie een tegengeluid horen van “sufficiency”: een utopie van voldoende middelen, maar niet meer dan nodig. In de ecotopie houdt de samenleving rekening met de gelimiteerde hulpbronnen van de aarde waardoor ze duurzaam is. De behoeften van mensen kunnen dus niet oneindig worden vervuld. Groene utopieën draaien om terughoudendheid en de beperking van menselijke behoeften, waarin immateriële bevrediging van behoeften de materiële bevrediging vervangt. Waarden zoals gelijkheid en affectie zijn belangrijker dan het bruto nationaal product.
Zoals in ander utopisch gedachtegoed neemt ook binnen de ecotopische stroming literatuur een belangrijke plaats in. Literatuur biedt formele mogelijkheden tot vernieuwing en reflectie en bovendien biedt kritische utopische literatuur mogelijkheden om buiten alle diepgewortelde kaders te denken. Sociale relaties en ook de relatie tussen mensen en natuur kunnen worden heroverwogen.
Krishan Kumar beschrijft in zijn boek Utopia and Anti-Utopia in the Twentieth century het, volgens zijn mening, meest complexe en interessante voorbeeld van ecotopische literatuur: The Dispossessed van Ursela K. le Guin. In haar science fiction roman beschrijft Le Guin twee tegengestelde samenlevingen op twee planeten. Urras is een planeet met technocratische samenleving, rijk en mooi maar gebaseerd op ongelijkheid en gekenmerkt door uitbuiting. Anarres is een voormalige mijn-kolonie van Urras, welke onafhankelijk is geworden en zelfvoorzienend is. Anarres heeft weinig materiele rijkdom maar is egalitair en de gemeenschap is hecht. Shevek, de verteller, is een natuurkundige die zich beweegt tussen de twee culturen. Ondanks het verleidelijke aanbod dat hem is gedaan in Urras kiest Shevek uiteindelijk voor de samenleving op Anarres. Hij heeft de armoede en het ongeluk van de minderbedeelden gezien in Urras en heeft meegewerkt aan een gefaalde poging tot revolutie. Toch is ook het leven op Anarres voor Shevek niet ideaal, zijn wetenschappelijk onderzoek wordt geremd door een rigide doctrine van de gemeenschap. Hij voelde naast onvrede op Urras ook vrijheid omdat privacy hier werd gerespecteerd en er mogelijkheden waren om individuele talenten te ontplooien.
Met de milieu crisis op de achtergrond kan ecotopia samenlevingen verbeelden die de Apocalyps voorbij zijn. Literatuur kan, zoals het bovenstaande voorbeeld laat zien, een rol spelen in deze verbeelding. Wat als we doorgaan zoals we nu leven? Kunnen we nog langer zo leven? Ecotopia kan een nieuwe start verbeelden en toekomstige sociale mogelijkheden schetsen. De afwegingen die Shevek in bovenstaand voorbeeld moet maken en de vragen die hij zichzelf stelt zijn vragen die misschien ook op onze situatie van toepassing zijn. In wat voor een wereld willen wij leven? De ‘utopie’ waar Shevek uiteindelijk voor kiest is een Ecotopie. Deze vorm van Utopie verschilt van een andere traditie westerse utopieën die, in de lijn van humanistisch en Verlichtings- gedachtegoed, streven naar rationele en individuele verbetering. Natuur is in deze utopieën slechts instrumenteel en manipuleerbaar met behulp van wetenschap en technologie. Het is dan ook op dit model dat onze moderne samenleving gefundeerd.
De huidige tendens van groene oplossingen en duurzame ontwikkeling probeert een ander model waarin de moderne samenleving zich steeds meer en meer probeert te verzoenen met het ideaal van duurzaamheid. Echter, om een werkelijk duurzame samenleving te stichten is het cruciaal dat de fundamenten en sociale constructies van de consumptiemaatschappij worden heroverwogen.
Rajni Kothari, een bekend politicoloog, pleit: “Sustainability is an empty term, because the current model of development destroys nature’s wealth and hence is non-sustainable. And it is ecologically destructive because it is ethically vacuous – not impelled by basic values, and not anchored in concepts of rights and responsibilities” (Kothari, 1992, p. 27-28)
Voor een echt duurzame samenleving moeten we kijken naar geheel nieuwe mogelijkheden om de maatschappij in te richten. Ecotopia biedt een alternatief voor de utopische ideeën van de oneindige technologische en menselijke vooruitgang. Postindustriële utopieën die de natuur centraal stellen, wijzen niet per definitie alle technologische vooruitgang af, maar vereisen wel een her-evaluatie van niet- materiele waarden die in de consumptiemaatschappij zijn ondergesneeuwd.
Maartje,
Je schrijft in de inleiding van je bijdrage dat “in de ecotopia consumptie wordt gematigd, en matiging zou wel eens onmisbaar kunnen zijn voor een duurzame samenleving.”
Je hoeft je geen zorgen te maken, want de crisis van het kapitalisme zal er wel voor zorgen dat we onze consumptie moeten matigen. Nu de mensen steeds meer van hun inkomen moeten inleveren – en het einde van die tendens is voorlopig niet inzicht – zullen ze wel gedwongen zijn om steeds minder te consumeren. Er zijn ook landen, gebieden in de wereld waar het kapitalisme zo heeft huis gehouden (noem het maar roof), dat de mensen helemaal niets meer consumeren en dus …… gewoon dood gaan.
vriendelijke groeten,
arjan de goede