door Sander.
Op 17 en 18 juni is het weer tijd voor de jaarlijkse G8 top, een bijeenkomst van de leiders van de acht grootste economieën en de president van de Europese Unie.
Dit jaar vindt de bijeenkomst plaats in Eniskillen, Noord-Ierland. De G8 bestaat uit Canada, Frankrijk, Duitsland, Italië, Japan, Rusland, het Verenigd Koninkrijk en de VS. De leiders van de acht machtigste en rijkste landen ter wereld zullen spreken over uiteenlopende zaken als gezondheid, recht, handel en sociale ontwikkeling.
Dit klinkt natuurlijk heel nobel: de vertegenwoordigers van machtige en rijke landen die samen komen om deze mondiale problemen aan te pakken. Helaas pakken hun maatregelen vaker voordelig uit voor henzelf dan voor de landen die niet mogen aanschuiven. Zo noemde voormalig SP kamerlid Ewout Irrgang de G8 “een informele ondemocratische jongensclub van de rijkste en machtigste landen ter wereld die openlijk achterkamertjespolitiek voert”.
De groep van acht heeft geen officiële bevoegdheden, maar kan door haar machtige economische positie wel degelijk veel invloed uitoefenen. Hun macht komt voort uit het feit dat deze acht landen ongeveer de helft van de wereldeconomie en de internationale handel in bezit hebben, ook al vertegenwoordigen ze slechts 12 procent van de wereldbevolking.
Officieel heeft de G8 geen bevoegdheden om hun beslissingen wereldwijd te bekrachtigen. Dit is echter ook niet nodig. Dezelfde landen hebben namelijk in instituties als het IMF en de Wereldbank veel te zeggen. Hun vertegenwoordigers hebben in deze instanties wél de mogelijkheden om bindende afspraken door te voeren.
Wat de G8 doet is het faciliteren van het internationale kapitalisme, hetzelfde kapitalisme dat in eerste instantie aan de basis ligt van hun grote macht en invloed. Ze weten dankzij hun overleg hun beleid te stroomlijnen en zo hun eigen positie en belangen nog beter te verankeren. Op hetzelfde moment wordt er naar buiten toe gesproken over goede doelen zoals het beëindigen van honger en armoede.
Een voorbeeld hiervan is de recent gestarte internationale campagne voor voedsel door Britse NGO’s. Het programma richt zich op de wereldwijde voedselvoorziening en wordt ondersteund door de Britse premier Cameron. De organisatie ‘War on Want’ heeft geweigerd deel te nemen aan deze campagne omdat ze niet de ware oorzaken van voedselproblematiek zou aanpakken. Ze bekritiseren dat in plaats van te zorgen voor voedselsoevereiniteit, waarbij iedereen het recht heeft zelf te beslissen hoe en welk voedsel te verbouwen en te gebruiken, de campagne bijdraagt aan liberalisering. Precies datgene wat al jaren fel wordt bekritiseerd omdat het aantoonbaar bijdraagt aan een ongelijke verdeling van voedsel. ‘War on Want’ is verder bezorgd dat deze campagne door de G8 en de huidige Britse regering gebruikt wordt om bij te dragen aan een goed imago en besloot daarom zich niet aan te sluiten: “Ze doen het lijken alsof het Verenigd Koninkrijk bezig is met het bestrijden van armoede, terwijl er meer en meer mensen naar de voedselbanken gaan in Engeland zelf en het buitenlands beleid leidt tot meer honger en armoede wereldwijd.”
De G8 weet bepaalde zaken die haar leiders niet goed uitkomen te weren van de agenda. Zo wilden Frankrijk en Duitsland het in juni graag hebben over klimaatverandering, maar David Cameron, dit jaar president van de G8, heeft zich laten adviseren dit niet te doen. De reden die wordt aangegeven is dat minder agendapunten zullen leiden tot meer succes, en dat men in tijden van financiële crisis zich toch vooral op de economie moet richten. Het is typerend voor de manier van denken tijdens deze bijeenkomsten dat economische belangen uiteindelijk altijd voorgaan op milieuproblemen.
Het goede van de G8 bijeenkomsten is dat ze elk jaar aanleiding zijn voor massale protesten van activisten en sociale bewegingen van over de hele wereld. Ook dit jaar wordt er in de week voorafgaand aan de top in Noord-Ierland een actieweek georganiseerd in London. Er zullen demonstraties gehouden waar duizenden mensen op af komen. Tijdens vele bijeenkomsten en workshops kunnen activisten van over de hele wereld samen verder werken aan alternatieven om de macht en rijkdom op een eerlijkere manier te verdelen. Er worden workshops georganiseerd en er wordt ook gewerkt aan het opzetten van acties tijdens de top zelf in Enniskillen.
Het is belangrijk om te laten zien dat er mensen zijn die anders denken over hoe de wereld in elkaar zit; dat meer wetgeving in het voordeel van de G8 landen de wereld niet gaat redden; en dat we deze wereldleiders laten zien dat het anders kan, dat het anders moet en dat we dit niet langer accepteren.