Laffe oplossingen HBO crisis
door Merel de Buck
Dit artikel verschijnt binnenkort in de dubbeldikke Krantje Boord zomer editie.
Al lijkt de nood hoog, diepgaande oplossingen voor de huidige crisis in het HBO lijken uit te blijven. Wonden likken en de boel sussen staan in een hoger vaandel dan structurele veranderingen die leiden tot kwalitatief onderwijs in de HBO instellingen.
Afgelopen februari demonstreerden een groep studenten van de Hogeschool Inholland voor het gebouw van de Volkskrant. De studenten waren het oneens met de publicatie van de Volkskrant over tentamenfraude bij Inholland, ze vonden dat er een te negatief beeld werd geschetst over hun onderwijsinstelling wat een devaluatie van hun diploma’s ten gevolgen kon hebben. Dit was nog vóór het vernietigende rapport van de onderwijsinspectie eind april, die vijftien opleidingen aan tien verschillende hogescholen ‘HBO-onwaardig’ noemde en beweerde dat studenten te makkelijk aan hun diploma komen. En dit ging niet alleen om Inholland, het omvatte de gehele hbo-sector en raakt dus alle hbo-studenten.
‘Buitengewoon ernstig’, ‘imago schade’, ‘schokkende bevindingen’ waren de reacties onder studenten, docenten en ouders. Studenten met een HBO diploma zagen hun kans op een baan kelderen en schreeuwden om opheldering. De reactie vanuit de regering was ontluisterend; Halbe Zijlstra, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, begon een procedure om accreditaties van opleidingen in te trekken en boetes uit te delen. Ook werd er gesproken over reorganisatie en krijgen studenten met een onterecht diploma een aanvullend programma aangeboden. Daarnaast probeert bestuursvoorzitter van Inholland, Doekle Terpstra, zijn wonden te likken door baangarantie te bieden voor afgestudeerden door gemaakte afspraken met de Nederlandse uitzendsector. Ook een geplande naamverandering zou bij moeten dragen aan het verdwijnen van de besmette naam van Inholland. Als klap op de vuurpijl denkt Terpstra in dezelfde richting als het VNO-NCW, de grootste ondernemingsorganisatie van Nederland, die voorstelde om meer inspraak van het bedrijfsleven in de invulling van HBO opleidingen wettelijk vast te leggen, zodat gesjoemel met diploma’s zal verminderen.
De vraag is waar de geluiden blijven die deze halfslachtige, bagatelliserende ‘oplossingen’ bekritiseren. Wellicht is de oorzaak voor deze HBO-crisis meer te zoeken in de bedrijfmatigheid die het HBO kenmerkt, waarbij de bestuurders de scholen runnen als bedrijven? We horen opeens nog maar weinig resonantie van ‘Nederland Kenniseconomie’ maar een radicale koerswijziging blijft tot nog toe uit, terwijl we toch te maken hebben met de grootste crisis in het hoger onderwijs sinds jaren. De SP en Groen Links wisten wel wat uithalen te maken maar tot noch toe is de ‘reorganisatie’ in handen van bestuurders, in plaats van degenen die weten wat er speelt; studenten en docenten. De weigering om de financieringswijze van het hoger onderwijs aan de kaak te stellen, waarbij HBO instellingen geld krijgen uitgereikt per diploma, getuigd van politieke onwil om de kwaliteit van het huidige onderwijs daadwerkelijk te verbeteren. Dat winst, rendement en kwantiteit voorop staan bij de bestuurders van hogescholen, leidt tot geen reden tot paniek in de regering. Ook het feit dat de kwaliteit van onderwijs niet bovenaan staat, maar het afleveren van een hoge ‘output’ van studenten aangezien daaraan geld wordt verdiend, leidt tot weinig ophef. Een diepgaand debat blijft uit terwijl duizenden studenten de dupe zijn van het huidige bedrijfsgestuurde onderwijs. Compensaties voor gedupeerde studenten zijn juist, maar studenten, docenten en de gehele maatschappij zijn gebaat bij een structurele verandering van het hoger onderwijs waarin kwaliteit voorop staat, in plaats van dollar tekens. Zonder structurele verandering zullen de huidige gedupeerde studenten zeker niet de enige blijven.