“De meeste macro-economische modellen zijn – tenminste in mijn ogen – betrekkelijk waardeloos voor dit soort zaken”
…aldus Prof. Bert de Vries – hoogleraar Global Change and Energy bij het Copernicus Instituut van de Universiteit Utrecht – tijdens het basta klimaatdebat op 23 mei: Zie zijn volledige presentatie hier (pdf), en de video-opname hieronder. De Vries ging in op de gevolgen van klimaatverandering, de grote onzekerheden die er nog zijn over deze gevolgen, het ontbreken van politieke wil om klimaatverandering aan te pakken, de geopolitieke belangen die meespelen en de psychologische belemmeren die een effectieve aanpak van het klimaatprobleem in de weg staan.
Niet milieuproblemen alleen, maar reactie erop door politieke instituties, verklaart ondergang van samenlevingen afgelopen 2000 jaar
De Vries begon met een introductie van enkele boeken waaraan hij meewerkte gedurende zijn carrière (hij ging 2 weken voor dit debat met pensioen).
“Ik heb in het verleden vrij veel gewerkt met mensen die ooit het Club van Rome rapport ‘Limits to Growth‘ [1972] gepubliceerd hebben.[…] Ik heb ook een boek gepubliceerd over de wortels van onduurzaamheid in de afgelopen 2000 jaar. Met het idee dat natuurlijk milieu een factor is in de ondergang van samenlevingen. Maar als je goed kijkt – en ik heb toen veel samengewerkt met sociologen en archeologen – dan is vaak het grootste probleem dat mensen, wanneer er een milieuprobleem optreedt door overexploitatie, een structuur hebben – politiek, institutioneel – die daar heel verkeerd op reageert. Bijvoorbeeld een elite die dan onderdrukkender wordt of die mensenoffers begint in te voeren omdat ze denken dat ze op die manier het probleem oplossen. Dus het is vaak de menselijke factor en de omgang met milieuproblemen die een enorm belangrijke rol speelt in de ondergang van samenlevingen. Het is niet het milieu ‘sec’, waardoor in het verleden samenlevingen ten onder gegaan zijn. Dat zie je eigenlijk vrijwel niet.
Waardeloze macro-economische modellen
“Eind jaren negentig begonnen steeds meer mensen te vragen: “is dat eigenlijk wel waar die klimaatverandering? Als het al waar is, kunnen we dan wat doen? En wat we kunnen doen, is dat niet veel te duur?
Die hele discussie zal ik even in één zin samenvatten: de meeste macro-economische modellen zijn – tenminste in mijn ogen – betrekkelijk waardeloos voor dit soort zaken, omdat ze eigenlijk bedoeld zijn om voor de komende 2-3 jaar iets te zeggen over economische groei. Maar op de langere termijn is het meestal zo dat een of andere econoom daar in stopt dat de productiviteit met 3 procent per jaar groeit. Dan is het klaar. En waarom die productiviteit dat doet? Omdat die dat altijd gedaan heeft de laatste honderd jaar, dus daar gaan we gewoon mee door.
We worden in die modellen automatisch rijker. En als je rijker wordt – dat hebben wij toen ook gezegd vanuit het Milieu Planbureau [Nu Planbureau voor de Leefomgeving] – dan kun je ook best betalen om iets te doen aan die emissiereductie. Uit al die studies blijkt, als je het even heel kort samenvat: Als we echt iets willen doen in de sfeer van het B1 scenario – emissies fors terugdringen – dan zijn we in 2060 pas even rijk als we anders in het jaar 2058 zijn. Dat betekent eigenlijk dat 2 jaar rijkdomgroei inleveren het probleem oplost.
Deelbelangen houden oplossing tegen
Als dit waar is dan zeg je natuurlijk: ‘waarom doen we dit niet?’. De reden dat we dat niet doen is dat dit gewoon een academische exercitie is en de werkelijkheid veel complexer is. Punt 1: Er zijn allemaal deelbelangen. Want het terugdringen van emissies in zo’n B1 scenario betekent eigenlijk dat je tegen het Midden Oosten zegt, maar ook tegen de Amerikaanse olie-industie, gasindustrie en kolenindustie: ‘willen jullie ophouden met dat spul uit de grond te halen?’. Dat is natuurlijk het laatste waar ze …. hun winsten, hun werk, zijn allemaal volledig gebaseerd daarop. Dus ze gaan niet uit eigen beweging zeggen; ‘we houden daarmee op’.”
Materialisme en consumentisme
Volgens De Vries zijn er een aantal psychologische factoren die ons belemmeren klimaatverandering aan te pakken. Mensen hebben volgens De Vries verschillende waarden aan de hand waarvan je ze kan categoriseren. Er zijn bijvoorbeeld mensen die meer op zichzelf en hun eigen comfort gericht zijn, materialistisch zijn ingesteld en geloven in high-tech oplossingen. “Dan ben je geneigd om te zeggen: de vrije markt lost het probleem vanzelf wel op”. Anderen zijn meer gericht op het gemeenschappelijke en bekommeren zich om het lot van de wereld. Deze mensen zeggen eerder: “de oplossing ligt in innerlijke ontplooiing, innerlijke groei, en in kleine gemeenschappen die zorg dragen voor de wereld”. Er zijn anderen die zeggen “het zal mijn tijd wel duren” en weer anderen die vertrouwen in oplossingen vanuit de Verenigde Naties en overheden. Als de meeste mensen in de materialistische categorie vallen en verwachten dat ze alleen maar rijker zullen worden, dan kom je moeilijk tot een politieke oplossing voor het klimaatprobleem, legt De Vries uit. En:
“Naarmate mensen minder van iets weten, zijn ze eerder bereid een extreme mening erover te hebben”.
Zie de volledige lezing hier:
Wij Stoppen Steenkool wacht niet op politiek
Tijdens het open debat achteraf werd met de tweede spreker van het wijstoppensteenkool actiecollectief gebrainstormd over mogelijkheden om de klimaatbeweging in Nederland nieuw leven in te blazen. Wijstoppensteenkool gaf hun ‘college tour presentatie‘ – die ze graag ook in jouw college komen geven (neem hier contact met ze op).
Volgens Wij Stoppen Steenkool is steenkool prioriteit nummer 1 voor de klimaatbeweging, omdat steenkool qua CO2 de meest vervuilende grondstof is van alle fossiele brandstoffen. En omdat de politiek vooral plannen maakt om kolencentrales bij te bouwen in plaats van af te breken, kunnen we daar niet op rekenen. Het is dus tijd voor een buitenparlementaire beweging die genoeg druk kan zetten op de kolenindustrie, of in ieder geval toont dat er niet langer gewacht wordt op de politiek. Een plaatje van een kolencentrale die doorgeknipt wordt door een grote heggenschaar suggereert welke kant wijstoppensteenkool op wil. Zie de presentatie hieronder.
Lokale actie
Jurist/activist/“luis in de pels van gemeente Utrecht” Kees van Oosten – eveneens aanwezig bij het debat – benadrukte dat acties voor een beter klimaat ook vooral lokaal moeten en kunnen plaatsvinden. Tegen de toename van auto’s in Utrecht bijvoorbeeld. Zo schreef hij enkele dagen later op zijn blog: “In een stad als Utrecht zorgt het verkeer voor 40% van de CO2-uitstoot […] Onbegrijpelijk is dat het klimaatbeleid van de gemeente Utrecht geen enkele maatregel bevat om het gebruik van de auto te ontmoedigen”.