Do. 19 jan 19.30 in de Kargadoor, Oudegracht 36, Utrecht
Door heel het land vinden momenteel stakingen plaats door schoonmakers en deze breiden zich steeds verder uit over Nederland. Vanaf 5 Januari worden veel kantoren, scholen en andere instituties niet meer schoongemaakt. Dit doen de schoonmakers omdat hen zelfs de meest normale zaken ontzegd wordt door hun bazen. Doorbetaald krijgen bij ziekte, op tijd en volledig betaald krijgen, genoeg tijd om het werk te doen, en de middelen om Nederlands te leren zijn enkele eisen.
Schoonmakers en sympathisanten hopen de strijd te winnen, maar hoe? De weg die de FNV kiest is die van organizing, een nieuwe methode overgewaaid uit de Verenigde Staten. Deze avond leggen organizers en schoonmakers uit wat dat inhoudt, en wordt er samen met activisten gereflecteerd over de mogelijke wegen die tot de overwinning leiden. (Zie ook onze videoreportage van Universiteits schoonmakers/concierges)
Sprekers
- Kees Stad – www.globalinfo.nl, Klasse Krant
- Erhan Can – Organiser FNV Schoon Genoeg
- Abdel Kourtit – Werkt voor Schoonmaakbedrijf ISS en zit in het schoonmakersparlement
- Vertegenwoordiger van de – Anarcho-Syndicalistische Bond
Kameraden,
De ASB heeft samen met de Vrije Bond in Bosch actie gevoerd om haar steun te betuigen met de ‘strijd’ van de schoonmakers. Verder hebben zowel de ASB als de KSU in Utrecht bijeenkomsten georganiseerd in het kader van de strijd van de schoonmakers. Tenslotte is er op de site van de KSU is een artikel verschenen met als titel “acties leraren: gelijk hebben ze”
Ik ben het er helemaal mee eens dat zowel de schoonmakers als de leraren op moeten komen voor hun levensomstandigheden. Ze maken deel uit van dezelfde klasse en hun verzet tegen de aanvallen van de staat kan een uitdrukking zijn van en een aanmoediging voor verzet van de hele arbeidersklasse. En zeker is dat de schoonmakers op een manier worden uitgebuit die tegen ‘onmenselijke’ af is. Maar of ze nu meer of minder onmenselijk uitgebuit worden: dat is voor ons geen criterium om de ‘acties’ te steunen.
De essentiële vraag die zich hier stelt is: wie trekt er in werkelijkheid aan de touwtjes, en bestaat er een mogelijkheid voor de schoonmakers of de leraren om zich daarvan los te maken en zelf de richting van de strijd te bepalen?
In een poging hier een beetje meer duidelijkheid in te scheppen, haal ik hier een gedeelte aan van een interview van Klasse van 26 maart 2008 met Hans Salavila van ‘Rebelact’ uit Amsterdam, dat gaat over de acties van de schoonmakers van drie jaar geleden.
Klasse: Het succesverhaal is duidelijk, en het is opmerkelijk en eventueel veelbelovend dat er een project begonnen is om schoonmakers te ‘organiseren’ dat ook expliciet bedoeld lijkt om betere banden te smeden tussen politieke activisten en vakbeweging. De vakbeweging kan immers wel meer activisme gebruiken, en de activisten meer aandacht voor de problematiek van arbeid en kapitaal. Maar sommige sociale beweging staan desondanks nog sceptisch tegenover de pogingen van vakbonden om zelforganisatie te bevorderen en met sociale bewegingen samen te werken. Wij vroegen Hans Salavila, oprichter van Rebelact, een groep actievoerders die op inventieve manier protest vorm wil geven. Hij zag de presentatie van de campagne in het Amsterdamse Broeinest en werd geraakt door het enthousiaste perspectief dat daar geschetst werd voor een brede campagne voor en door schoonmakers. Vanaf het begin heeft hij daarom met zijn groep bijgedragen aan de campagne.
HS: Te vaak werden zaken buiten ons om besloten en kregen we het niet of pas achteraf te horen. Misschien hebben we daar ook niet genoeg op aangedrongen, maar in ieder geval waren er een paar mensen die de strategie uitgezet hadden en de details bepaalden, en dan mochten wij langskomen om de acties op te luisteren. Anders dan ons voorgespiegeld was, is de intensiteit van de acties al snel weer teruggeschroefd ten bate van de onderhandelingen. En binnen de kortste keer was er een akkoord, waarbij de belangrijkste eis (10 euro bruto per uur) ingewilligd was. Toen waren verdere acties helemaal afgeblazen. Er werd nog een soort overwinningsbijeenkomst in de Balie georganiseerd waar we niet bij betrokken waren, en dat was het.
HS: “Weet je, eigenlijk zijn we er te naïef ingestapt. Als je in zee gaat met zo’n grote organisatie als de FNV kun je ook verwachten dat ze grote invloed hebben op hoe zo’n campagne verloopt. Een volgende keer zou ik mogelijk opnieuw mee willen doen, want voorbij alle voetangels biedt dit bijzondere samenwerkingsverband namelijk ook heel sterke mogelijkheden om omstandigheden van mensen die in de knel zitten concreet te verbeteren. Om echt resultaten binnen te halen. Alleen zou ik ‘n volgende keer er wel voor zorgen dat veel duidelijker van tevoren afgesproken wordt wat nu het exacte doel en de strategie wordt, dat beslissingsmomenten beter naar ons gecommuniceerd worden, dat cruciale beslissingen gezamenlijk genomen worden en dat duidelijk is wie welke verantwoordelijkheden heeft”.
Klasse!: Dus alleen maar negatieve ervaringen?
HS: Nee hoor, per slot van rekening hebben we toch veel bereikt. Het voornaamste is natuurlijk die loonsverhoging voor de schoonmakers, die hebben dat heel hard nodig. Een aantal van hen is ook echt gegroeid binnen deze campagne. Vergeet ook niet dat het overgrote deel van die 150.000 schoonmakers uit migranten bestaat en dan hun positie in ieder geval ‘n stuk is verbeterd. Verder heeft FNV Bondgenoten -mede door de gemeenschappelijke acties- een flinke ledenwinst van honderden leden kunnen boeken en ze hebben er ‘n mooi verhaal bijgekregen over een betrekkelijk snelle overwinning. Maar hoe je het ook draait of keert: het is heel anders gegaan dan de bij de start gesuggereerde ‘grassroots’ coalitie en campagne. Vanuit dàt oogpunt hebben activisten er nog te weinig aan gehad.
In hetzelfde artikel vroeg Klasse zich af of “organizing een noodzakelijke innovatie van vakbondstrategieën is om flexibele en vaak rechteloze arbeiders (veelal migranten) te organiseren” (….) “Het gaat dan met name om de vraag of de beloftes wel worden ingelost van brede coalities, een benadering van onderop die uiteindelijk tot zelforganisatie leidt …”
Het mag duidelijk zijn dat ten aanzien van de schoonmakers de vakbond (met of zonder organising) de touwtjes stevig in handen had. Aan het begin van de strijd mochten de schoonmakers meebeslissen: ‘parlementje spelen’. En toen er een eind gemaakt moest worden aan de ‘strijd’ bestond er opeens geen ‘schoonmakersparlement’ meer, dat daarover besliste. Wat een overwinning hebben de schoonmakers uiteindelijk behaald als je bedenkt dat ze voor twee jaar een loonsverhoging kregen van 3,5% (tegenover een inflatie van meer dan 2,5% per jaar) en ‘meer respect’.
De zogeheten loonsverhoging was al helemaal niks, maar wat dat ‘meer respect’ inhoudt, hebben we het afgelopen jaren kunnen zien. Iedereen herinnert zich ongetwijfeld de strijd van de werkers bij Viva! Zorggroep in Velsen-Haarlem die maandenlang strijd hebben gevoerd tegen de respectloze manier waarop ze, ondanks de ‘steun’ van de vakbond, de SP, Groenlinks, en noem ze maar op, uiteindelijk toch 25% van hun inkomens hebben moeten inleveren. Vervolgens hebben de schoonmakers bij het Onze Lieve Vrouwen Gasthuis in Amsterdam in mei en bij de Ministeries van Binnenlandse Zaken en Sociale Zaken (vijf weken lang) in november afgelopen jaar alle zeilen bij moeten zetten om zich teweer te stellen tegen de opdrijving van het werktempo en niet opnieuw op een ‘respectloze’ manier in de hoek gezet te worden.
Het mag duidelijk zijn dat er noch op het vlak van het inkomen, noch op het vlak van het ‘respect’ enige winst geboekt is door de schoonmakers. En of je nu een activiteit hebt die gecontroleerd wordt door een ‘nieuwe’ vakbond (van de leraren) of door ‘organisers’ van de oude vakbond, beiden bieden geen enkele kans uit te groeien tot de zelfstandige strijd, die wij, communisten, anarchisten, anarcho-syndicalisten voorstaan. De enige die winst heeft geboekt is de vakbond, die er een flink aantal nieuwe leden bij heeft gekregen.
Tot slot: kunnen wij solidair zijn met een activiteit van “a tot z” gecontroleerd wordt door de vakbond en die geen enkele perspectief biedt om uit dar keurslijf te breken? Het lijkt me van niet. Zelfs het feit dat de schoonmakers tot ‘precairen’ gerekend worden, verandert daar niets aan. Alleen een strijd die de arbeiders het vooruitzicht biedt de strijd zelfstandig te voeren en waarin ze in algemene vergaderingen zelf bepalen hoe en op welke manier de strijd gevoerd wordt, kan op onze volle steun en solidariteit rekenen.
arjan de goede
…en misschien daarom Arjan, is het juist goed om eens met schoonmakers in gesprek te gaan. Bijvoorbeeld op deze avond, 19 januari. KSU is volgens mij niet per definitie solidair met FNV maar met schoonmakers, en KSU zoekt niet perse een samenwerkingsverband met een organisatie als FNV (KSU is een onafhankelijk collectief), maar met mensen en hun acties die door KSU worden toegejuicht. Onder welke vlag dat dan gedaan wordt is secundair. Misschien bedoel je het niet zo maar het feit dat mensen acties voeren onder een bepaalde vlag is volgens mij geen reden om er niet solidair mee te zijn. Wat voorop staat is dat schoonmakers nu opstaan voor hun rechten, en dat ze daarbij steun verdienen en juist een dialoog met schoonmakers ZELF nodig is om van hun strijd te leren, en de obstakels die zij tegenkomen (zij het vanuit politiek, werkgevers of vakbondsbestuurders) en samen met hun op te staan voor hun (onze) rechten. Toch? Vanaf de zijlijn op een blog schrijven dat hun strijd door FNV slecht georganiseerd wordt en weinig bereikt, heeft volgens mij weinig effect. Ik schat dat je hiermee nul schoonmakers bereikt. Zeg dat dan persoonlijk in real life, en stel een alternatief voor. En een feit is: op dit moment is de FNV wel de organisatie die het meest actief is onder schoonmakers in Nederland, en hun het beste weet te mobiliseren. Het is dan ook niet gek om juist dit mede door FNV gestimuleerde momentum te gebruiken om in contact te komen met schoonmakers, door bijvoorbeeld een schoonmakersmanifestatie (of dit bastadebat) bij te wonen, niet om de fnv-vlag te eren maar om schoonmakers spreken. Als iedereen die vindt dat ‘de strijd’ verkeerd gestreden wordt gaat zitten wachten op de strijd die volgens hun wel steun verdient, dan komt die er per definitie niet. Natuurlijk, kritiek op organisaties als FNV (of op KSU, of welke belangenbehartiger dan ook) is essentieel, lijkt me. Om nu schoonmakers niet te steunen omdat ze strijden onder een vlag die niet jouw kerk vertegenwoordigt, lijkt me wat extreem.
Mooi gesproken Alexander.