Vandaag publiceerde de Volkskrant een brandbrief – ondertekend door 73 individuen – tegen de onderwijsbezuinigingen. Jeremy van KSU schreef eraan mee, en meerdere kritische studenten uit Utrecht vallen onder de ondertekenaars. Lees de volledige versie hieronder, en onderteken hem hier.
Onderwijs is een recht, geen privilege
De bezuinigingen in het hoger onderwijs schaden de toegankelijkheid en de zelfontplooiing van studenten. De argumenten van het huidige kabinet voor de onderwijshervormingen zijn gefundeerd op de opvatting dat onderwijs een persoonlijke investering is die zich later uitbetaalt. Individuen met een hogere opleiding hebben betere perspectieven op de arbeidsmarkt en hogere salarissen. Daarom zou het oneerlijk zijn dat de samenleving de kosten van hun opleiding draagt, zo redeneert het kabinet. Wij als studenten, docenten en bezorgde burgers zijn het hier principieel mee oneens omdat wij onderwijs niet zien als een privilege maar als een recht.
Het idee dat onderwijs een investering is, is gebaseerd op dezelfde typisch neoliberale argumenten die tevens ten grondslag lagen aan onderwijshervormingen in de jaren ’80 en ’90 in de VS en Groot-Brittannië. In Nederland werd in de jaren ’90 een begin gemaakt met dit proces. De negatieve gevolgen hiervan zijn al merkbaar in het hoger onderwijs maar de huidige regering wil nog een aantal stappen verder, in de richting van de Britse en Amerikaanse situatie. De overheid die ons probeert te overtuigen van de noodzaak van dergelijke hervormingen vergeet ons echter te vertellen wat de consequenties van dit beleid waren in deze landen.
Druk
De huidige plannen om €3000 extra collegegeld te eisen van studenten, of dit nu na 1 of 2 jaar extra studietijd komt, verhogen de druk op studenten. Zoals TU Delft professor Jacco Hoekstra opmerkt, moeten we ons niet laten misleiden door het beeld van de luie student dat als rechtvaardiging voor deze maatregel wordt aangedragen: “Dit is niet de echte reden voor de voorgestelde maatregel. De echte achtergrond van de maatregel is een gewone bezuiniging.” Deze strafmaatregel zal de lat om te studeren hoger leggen voor de lagere inkomensklassen. Zij die het economisch minder breed hebben zullen eerder afhaken. Zij die in persoonlijke moeilijkheden verkeren zullen nog minder kans hebben om te slagen.
Studenten verkeren vaak in een fase waarin ze nog aan het ontdekken zijn wat ze willen doen met hun leven. Een wissel van studie is dan ook niet ongebruikelijk. Dit zal veel moeilijker worden; “foute” keuzes worden zwaar bestraft. One strike, you’re out! Zelfontwikkeling wordt bij voorbaat al ontmoedigd door deze maatregel. Een maatschappelijk actief jaar zal betekenen dat je je de rest van je studietijd geen fouten meer kunt veroorloven. Ook zorgen voor of rouwen om een ziek familielid is uit den boze. Tempo, tempo, tempo, opvoeren die productiecijfers, is het credo van dit kabinet.
De huidige plannen zorgen ervoor dat niemand meer een studie kan afronden zonder zich in de schulden te steken, want voor masters krijgen studenten geen studiefinanciering meer. De gevolgen hiervan zijn nu zichtbaar in Groot-Brittannië waar duizenden afgestudeerden proberen te ontdekken hoe ze hun schulden kunnen aflossen, in plaats van hun leven en carrières op te bouwen. Men praat daar over de “Debt Generation”
Ontmoedigen
Dit heeft maatschappelijke consequenties die verder gaan dan het ontmoedigen van studeren. Het zorgt er namelijk ook voor dat afgestudeerden voor de eerst beschikbare baan kiezen, in plaats van ideëel werk te verrichten. Het is de invoering van een verdere systematische ontmoediging om voor maatschappelijk betrokken werk te kiezen. Bovendien is het een maatregel die wederom vooral de lagere en middenklassen zal treffen.
Niet alleen (aankomende) studenten maar ook onderwijsinstellingen zullen hard worden getroffen door de hervormingen. In lijn met de rest van haar hervormingen wil de overheid sterk snijden in de financiering van deze instellingen. De resterende overheidsfinanciering wordt gebaseerd op het jaarlijks aantal studenten en afgestudeerden.
Zo worden hogescholen en universiteiten gedwongen zoveel mogelijk studenten aan te trekken en zo snel mogelijk zo veel mogelijk afgestudeerden te produceren. De negatieve gevolgen hiervan kwamen duidelijk naar voren bij het gesjoemel met diploma’s bij InHolland. Verder neemt de werkdruk van het personeel in de laatste jaren al gestaag toe. Werkgroepen worden vervangen door massa-colleges in grote hallen. Onderzoek zal achteruit gaan door de afname van overheidsfinanciering en meer en meer afhankelijk worden van financiering uit de private sector. Zodoende wordt onderwijsinstituties hun wetenschappelijke functie ontnomen en worden zij omgevormd tot grote supermarkten waar studenten klanten zijn die een service inkopen.
Onderbelicht
Dit alles voltrekt zich tegen een achtergrond die onderbelicht blijft: er is juist een noodzaak om te investeren in onderwijs. De realiteit is dat ons onderwijssysteem inderdaad in een crisis verkeert. Moderne hogescholen en universiteiten hebben nu al meer gemeen met een lopende band proces in een fabriek dan met een open leeromgeving. Vaak zitten wij in immens grote collegezalen met honderden studenten. Docenten staan onder zo’n grote werkdruk dat persoonlijke aandacht voor studenten daar sterk onder te lijden heeft. Dit gaat hand in hand met een standaardisatieproces waarbij het doel voornamelijk is testen te halen. Oftewel, studenten wordt geleerd te reproduceren. Hierdoor blijft er weinig ruimte voor de functie die het onderwijs eigenlijk zou moeten vervullen: de ontwikkeling van een kritische geest, zelfontwikkeling waarbij je leert creëren en ontdekken. Dit is niet alleen belangrijk voor het individu, maar ook voor de gehele maatschappij.
Dromen
Dit is niet de toekomst waar wij van dromen, noch voor studenten, noch voor docenten. Ondanks dat onderwijs steeds meer een privilege zal worden hoort onderwijs een recht te zijn. Zelfs in Nederland blijven groepen door sociale achterstanden buiten het hoger onderwijs. Zojuist uitgekomen cijfers van het CBS laten zien dat nu al geldt dat studenten met rijke ouders vaker een diploma behalen dan studenten uit armere gezinnen. Wij voelen ons verantwoordelijk ervoor te zorgen dat volgende generaties op zijn minst net zo’n toegang tot hoger onderwijs hebben als de onze. Maar als wij onze verantwoordelijkheid echt serieus nemen, dan vechten we voor vooruitgang; betere en eerlijkere toegang tot het hoger onderwijs. Dat betekent dat er systematisch wordt geïnvesteerd in die sociale groepen die moeilijker meekunnen. Onderwijs moet sociale ongelijkheden verminderen en ze niet reproduceren, zoals zal gebeuren als de huidige hervormingen worden doorgevoerd. De strijd voor eerlijk onderwijs is derhalve ook breder: een strijd voor grotere sociaaleconomische gelijkheid. Daarom zijn wij er ook niet voor om de bezuinigingen op onderwijs van een ander potje af te halen.
Boodschap
De dominante boodschap waar ook in de media nooit doorheen wordt geprikt is dat er bezuinigd moet worden. De volgende stap is makkelijk gezet: als er massaal bezuinigd moet worden is het egoïstisch om het eigen vakgebied te ontzien. Maar de keuze is een valse. De eigenlijke keuze is tussen sociaal en asociaal: schaf geen JSF aan, begin geen nieuwe missie in Afghanistan, sluit belastingparadijs Nederland voor grote bedrijven, belast het groeiend aantal miljonairs, en er is voldoende geld voor sociale investeringen. Toen Bolkestein tijdens de manifestatie “Nederland schreeuwt om cultuur” opriep geld voor cultuur los te maken door te bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking werd hij verwelkomd op een luidkeels boegeroep van de menigte. Wij delen hun houding. Wij willen een sociale oplossing voor de crisis in het onderwijs, en de bredere crisis in de samenleving.
Hoger onderwijs in Nederland lijkt onder deze nieuwe beleidsplannen richting het ontoegankelijke model van de VS en Groot-Brittannië te gaan. Daarnaast komt de kwaliteit van het onderwijs, die de afgelopen jaren toch al achteruit ging, en het onderzoek, nog verder in het geding. Dit alles terwijl deze bezuinigingen op onderwijs geenszins noodzakelijk zijn. Studenten en docenten moeten beseffen dat als deze stapel maatregelen doorgevoerd wordt, de weg openligt voor de volgende ronde. Maar als wij deze maatregelen weten te stoppen is dat een belangrijke stap in het versterken van het recht op onderwijs voor deze en volgende generaties.
Ondertekenaars:
- Jelle Bruinsma, Student Rijksuniversiteit Groningen, j.e.bruinsma@student.rug.nl
- Dr. Dimitris Pavlopoulos, Universitair Docent VU Amsterdam, d.pavlopoulos@vu.nl
- Jeremy Crowlesmith, Student Universiteit Utrecht & afgestudeerde Hogeschool van Utrecht
- Donya Alinejad, Promovenda, voorzitter promovendi-organisatie Vrije Universiteit Amsterdam
- Jojanne van Andel, Student Rijksuniversiteit Groningen
- Roosmarijn Bakker, Student Universiteit van Amsterdam
- Anouk Baron, Student Rijksuniversiteit Groningen
- Ewout van den Berg, Student Rijksuniversiteit Groningen
- Steven Blom, Student Reinwardt Academie (Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten)
- Pepijn Brandon, Promovendus Universiteit van Amsterdam
- Femke Brandt, Promovenda Vrije Universiteit Amsterdam
- Mienke van der Brug, Promovenda Vrije Universiteit Amsterdam
- Dr. Jeroen Bruggeman, Universitair Docent Universiteit van Amsterdam
- Merel de Buck, Student Universiteit Utrecht
- Prof. Dr. Lisa Lai-Shen Cheng, Hoogleraar Universiteit Leiden
- Dr. Maike van Damme, Postdoc Universiteit van Tilburg
- Prof. Dr. Trudy Dehue, Hoogleraar Rijksuniversiteit Groningen
- Dr. Maarten Derksen, Universitair Docent Rijksuniversiteit Groningen
- Sarah Duisters, Student Vrije Universiteit Amsterdam
- Vincent Eechaudt, Student Rijksuniversiteit Groningen & Oud student Universiteit Gent
- Wander Engbers, Student Universiteit van Amsterdam
- Karwan Fatah-Black, Promovendus Universiteit Leiden
- Prof. Dr. Meindert Fennema, Hoogleraar Universiteit van Amsterdam
- Dr. Annette Freyberg-Inan, Universitair Hoofddocent Universiteit van Amsterdam
- Sjoerd van de Goorberg, Student Rijksuniversiteit Groningen
- Meredith Greer, Honoursstudente Universiteit van Amsterdam
- Dr. Otto Heldring, Universitair Docent Universiteit van Amsterdam en VU Amsterdam
- Katja Hofmann, Promovenda Universiteit van Amsterdam
- Stefanie Holz, Student Rijksuniversiteit Groningen
- Lotte Houwing, Student Rijksuniversiteit Groningen en Radboud Universiteit Nijmegen
- Anna Huijgen, Student Universiteit van Amsterdam
- Peyman Jafari, Promovendus, Universiteit van Amsterdam
- Prof. Dr. Goffe Jensma, Hoogleraar Rijksuniversiteit Groningen
- Eirini Kaldeli, Promovenda Rijksuniversiteit Groningen
- Marijn Kingma, Student Universiteit van Amsterdam
- Lea Klarenbeek, Student & Student-assistent Universiteit van Amsterdam
- Maria Korda, Promovenda Universiteit van Tilburg
- Stefan Krempl, Student Rijksuniversiteit Groningen
- Dr. Evangelos Kyzirakos, Voormalig Postdoc Universiteit Leiden
- Pelle Lackamp, Student Rijksuniversiteit Groningen
- Max van Lingen, Student Universiteit van Amsterdam, Alumnus Universiteit Leiden
- Dr. Mohammad M. Mojahedi, Visiting Researcher Universiteit van Amsterdam
- Marlies Nagel, Student Vrije Universiteit Amsterdam
- Ariane Nagelkerken, Student Universiteit Leiden
- Prof. Dr. Marc van Oostendorp, Hoogleraar Universiteit Leiden
- Sofie van Opdorp, Student Vrije Universiteit Amsterdam
- Dylan Paauwe, Student Universiteit van Amsterdam
- Joshua Passchier, Student PABO Inholland Den Haag
- Anne Rieger, Student Universiteit van Amsterdam
- Jeroen Rijnders, Student Universiteit van Amsterdam & alumnus ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten Arnhem
- Matthias van Rossum, Promovendus, lid Ondernemingsraad en bestuurslid promovendi-organisatie Vrije Universiteit Amsterdam
- Dr. Eelco Runia, Universitair Docent Rijksuniversiteit Groningen
- Hessel Schaaf, Student Rijksuniversiteit Groningen
- Jenny Schings, Student Universiteit van Amsterdam
- Christian Scholl, Promovendus Universiteit van Amsterdam
- Lieme Sloot, Student Universiteit van Amsterdam
- Hilde Smit, Student Universiteit van Amsterdam
- Eva Smeele, Student Rijksuniversiteit Groningen
- Charlotte Sousa, Student Universiteit van Amsterdam
- Ilhan Spiekman, Student Hanze Hogeschool Groningen
- Dr. Marja Spierenburg, Universitair Hoofddocent Vrije Universiteit Amsterdam
- Jeroen van der Starre, Student Erasmus Universiteit Rotterdam
- Prof. Dr. Thijl Sunier, Hoogleraar Vrije Universiteit Amsterdam
- Prof. Dr. Jacques Tacq, Hoogleraar Katholieke Universiteit Brussel, voormalig medewerker Erasmus Universiteit Rotterdam
- Pooyan Tamimi Arab, Promovendus Universiteit Utrecht
- Joris Tieleman, Student Universiteit Utrecht
- Maarten Tellegen, Student Universiteit van Amsterdam
- Armelle Verrips, Student Universiteit van Amsterdam
- Bart Versteegen, Student ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten Arnhem
- Micha van der Wal, Student Universiteit van Amsterdam
- Prof. Dr. Joost Weyler, Hoogleraar Universiteit van Antwerpen & als lid van de Visitatiecommissie van de Vereniging voor Epidemiologie Nederland betrokken bij de visitaties van het onderwijs in de epidemiologie in Nederland
- Njal van Woerden, Student Universiteit van Amsterdam
- Sjerp van Wouden, Student Universiteit van Amsterdam
De auteurs zijn respectievelijk student aan de universiteit Groningen, universitair docent aan de VU en student aan de universiteit Utrecht.
Ik sluit me volledig aan bij deze opvatting.
Het zou inderdaad een recht moeten zijn; nepotisme is het alternatief.
Pingback: Krantje Boord Nr. 5 Februari 2011 vers van de pers! « Kritische Studenten Utrecht