In onderwijs negeren we dat economie inherent politiek van aard is en gaat over verdeling van lusten en lasten.
Een opiniestuk van Alexander Beunder en Joris Tieleman in het Financieele Dagblad, 8 februari 2014.
Het Nederlandse economie-onderwijs is op zijn best saai en eenzijdig, en op zijn slechtst irrelevant en misleidend. Die stelling leggen we graag even uit.
Economie gaat over de productie en verdeling van schaarse goederen en diensten. Maar op universiteiten wordt dit verdelingsvraagstuk stelselmatig genegeerd. Een van de redenen daarvoor is dat economen zichzelf steeds meer als bètawetenschappers zijn gaan zien en presenteren, waardoor een grote nadruk op kwantitatieve modellen wordt gelegd.
Die modellen zijn weliswaar nuttig en relevant als we een beeld willen krijgen van de beschikbare hoeveelheden, maar het feit dat economische vraagstukken bovenal over de maatschappelijke en morele vraag van verdeling gaan, wordt door deze eenzijdige kwantitatieve benadering onzichtbaar gemaakt en vervolgens genegeerd. Het economisch onderwijs is te veel gericht op modellen bouwen en rekenen, zonder studenten nog te leren nadenken over wat ze berekenen.
Wij hebben in dit onderwijs een aantal fundamentele zaken gemist.
Ten eerste, de grote diversiteit van het economisch denken. Het economisch onderwijs van vandaag de dag is geschoeid op neoklassieke leest. Voor wie niet in het jargon zit, dit gaat uit van een geheel rationeel denkende homo economicus in een wereld zonder instituties of intermenselijke betrekkingen, waar alle goederen en diensten via de markt verdeeld worden. Dat is, zacht gezegd, nogal een onvolledig beeld van hoe de economie werkt. Alle menselijke interactie, alle factoren van onzekerheid, alle culturele factoren en de volledige overheid, plus de redenen waarom we überhaupt een overheid hebben, worden in dit paradigma weggelaten of in de kantlijn erbij gekrabbeld.
Deze eenzijdige manier van denken negeert niet alleen de grote en waardevolle diversiteit van 300 jaar economische theorievorming, momenteel meestal weggepropt in één vak, Geschiedenis van de Economie. Het sluit daarnaast ook simpelweg niet aan bij het sociale Nederlandse economische bestel, dat grotendeels op de ideeën van Keynes gebaseerd is, niet op de libertijnse ideologie van Friedman en Hayek.
Ten tweede hebben wij in het onderwijs gemist dat economie inherent politiek van aard is; het gaat over de verdeling van lusten en lasten. Wie doet het werk, wat noemen we werk? Kinderopvang, de zorg voor onze ouderen en het onderhouden van sociale structuren bevinden zich allemaal in een grijs gebied tussen gemeenschap en individu. Het debat over dit grijze gebied wordt echter niet benoemd, de economie is simpelweg een markt. En via welke mechanismen en regels verdelen we eigenlijk die schaarse goederen en diensten? Dat zijn politieke vraagstukken, maar in het huidige economisch onderwijs wordt het politieke aspect weggemoffeld en worden deze vragen als puur technisch gezien.
Ten derde, de connectie met de reële economie. En dan niet eens het klaslokaal uit en het veld in, maar gewoon, wat data en uitleg over de Nederlandse economie; wat zijn de belangrijke sectoren, de machtige actoren, wat is er de afgelopen jaren veranderd en waar gaat het naartoe? In plaats daarvan wordt veel aandacht besteed aan wiskundige modellen, die vooral relevant zijn voor wie van computersimulaties van de economie zijn werk maakt, maar minder nuttig bij het leren begrijpen van, en denken over, hoe onze economie functioneert.
Dat alles maakt ons economisch onderwijs saai, schools en irrelevant. Terwijl economie het spannendste vakgebied van de universiteit is. De enige discipline die niet alleen dagelijks het nieuws haalt, maar zelfs een eigen katern in iedere krant heeft (of, zoals in dit geval, een eigen krant). Om de inrichting van de economie is altijd gestreden, ze is het bindmiddel van de Europese Unie, ze vormde het bepalende verschil tussen de VS en de USSR, en veroorzaakte zo het wereldveranderende conflict van de afgelopen halve eeuw; de Koude Oorlog. Waarom wordt het nu, in onze mooie universiteiten, dan als een technisch vraagstuk zonder morele component behandeld?
Beide auteurs hebben vorig jaar hun master economie behaald. Joris Tieleman is momenteel bezig met een proefschrift en Alexander Beunder is economiedocent in opleiding.