De vraag over opstand in de media

Regelmatig komt er in medialand een bijdrage voorbij waarin de journalist zich afvraagt waarom niemand in opstand komt, terwijl er toch genoeg redenen voor zijn. Meestal levert dat een voorspelbaar lijstje redenen op, waarbij de eigen rol (van de media) steevast buiten schot blijft. Evenals de vraag of het wel zo is, dat er weinig pogingen tot opstand te zien zijn. Afgelopen weken konden er weer een paar mooie stukken aan de verzameling worden toegevoegd. Een korte samenvatting…

door Kees via globalinfo.nl

VPRO tegenlicht besteedt al jaren aandacht aan de economie/crisis in reportages waarover vaak gemengde oordelen geveld worden. In ieder geval valt op dat ze zelden uitgaan van een gedegen analyse van de structurele oorzaken van de crisis, laat staan van de oplossingen. Tegenwoordig worden na uitzendingen publieksgesprekken gehouden met de makers en personen die in de uitzending aan bod komen (o.a. in Pakhuis de Zwijger, maar op aanvraag ook op andere plekken). Ik kijk zelf al jaren nauwelijks tv meer, maar online zijn de uitzendingen ook te bekijken. Zo de uitzending van 30 april Wij Zijn Het Zat

Die gaat eigenlijk gedeeltelijk wel over mensen die wat doen, zoals de sympathieke vrachtwagenchauffer Jerry Agema, bekend van de snelwegacties eerder dit jaar. Ook zijn er wat goeie shots en brokken informatie te vinden, waaronder beelden van de lobby-tour van CEO in Brussel. Maar in z’n geheel heeft de uitzending toch weer een hoog mwah-gehalte en laat je achter met het onbestemde VPRO-gevoel dat er ‘iets niet klopt’ en dat er overal wel wat leuke en meestal klunzige initiatieven bestaan. De alomtegenwoordige Ewald Engelen komt ook hier weer kijken met zijn emotionele appel aan ‘de middenklasse’ om ‘het niet langer te nemen’, maar gaat eigenlijk steeds holler klinken. Andere deskundologen als Colin Crouch en David van Reybrouck zijn interessanter, maar komen ook niet met heel verbluffende observaties.

Wat misschien wat verklaart is het korte filmpje waarin een van de makers, regisseur Martijn Kieft, uitlegt wat ze met de uitzending beogen. Ook hij heeft ontdekt dat er veel mensen rondlopen met het ‘gevoel’ dat er ‘eens soort iets is dat er niet klopt’  Doel van de uitzending is dan ook niet (lacht besmuikt) “om de revolutie uit te roepen of zoiets” maar om mensen “op te roepen verder na te denken dan mensen geneigd zijn nu te doen”. Misschien wordt er wel teveel nagedacht, is mijn gut reaction dan.

Eerder werd in 2010 een tweeluik gemaakt onder de titel “Waar is  de woede” dat dezelfde vage nasmaak wist te produceren. Het zijn hele mooie programma’s, qua esthetiek en beelden, waar zo te zien een smak geld tegenaan gegooid wordt en de halve wereld over gereisd kan worden. Maar het lijkt wel of ze altijd kiezen voor de paradijsvogels in de actiewereld, in plaats van de voor hen misschien te saaie en voorspelbare ‘gewone acties’. Voor de uitzendingen van 2010 kwamen ze bijvoorbeeld filmen op ons 2.Dh5-festival (toen in Den Bosch) waar o.a. Marianne Maeckelberg een prachtige workshop hield over de vele verschillende vormen van crisisverzet, en waarvan natuurlijk weer niets in de uitzending terug te vinden was.

Recentelijk verbaasde vakbondslid en demonstrant tegen het crisisbeleid in Brussel Rob Lubbersen zich nog over het feit dat zijn demonstratie van 50.000 mensen domweg onvermeld bleef op de Nederlandse tv.

Dat mogen ze natuurlijk helemaal zelf weten, die programmamakers, maar storend is wel dat ze claimen daarmee een goed beeld te geven van het politieke verzet dat er bestaat. In feite vergroten ze hoofdzakelijk de illusie dat niemand weet wat er moet gebeuren en alleen een beetje radeloos zit te roezemoezen in een loods in Amersfoort.

Een andere opkomende ster in het stellen van De Vraag is Rutger Bregman die stukken schrijft voor De Correspondent (en op 23 februari een Tegenlicht-uitzending mocht vullen met iets over Nieuwe Utopieën, waarin hij verklapte “natuurlijk niet tegen economische groei te zijn, dat zou belachelijk zijn” (oid)).

Op de (betaal)website De Correspondent plaatste hij het stuk Waarom we niet in Opstand Komen. Bregman heeft drie hoofdoorzaken als antwoord:

  1. We hebben het te goed, er is eigenlijk geen reden voor verzet
  2. We zijn er niet voor opgevoed/leren het niet (?)
  3. We zijn een minderheid (hier blijkt dat hij met ‘we’ zijn generatiegenoten bedoelt) want vergrijzing en babyboomers.

Warrig en flets dus, past inderdaad goed bij de Tegenlicht-aanpak. natuurlijk werd er wel weer overal over gediscussieerd (nou ja, op gereageerd in ieder geval met korte opmerkingen/oprispingen) zoals hier op faceboek.

Ik ben geen heel artikel als reactie tegengekomen, als dat al mogelijk zou zijn op zo’n betoog, maar als dat bestaat stuur het graag op: info@globalinfo.nl

Guardian/Roar

Een medium dat vaak interessante opiniestukken publiceert die veelal wat consistenter van inhoud en opbouw zijn, is de (website van de) Britse Guardian. Onlangs publiceerden twee kritische onderzoekers daar onafhankelijk van elkaar een stuk over dezelfde Grote Vraag.

De Griekse (maar in Londen werkzame) econoom Costas Lapavitsas (van het uitmuntende boek Crisis in the Eurozone) schreef samen met de Griekse journaliste Alex Politaki een stuk onder de scherpe titel “Why aren’t Europe’s young people rioting any more?”
De werkloosheidscijfers in Europa en andere werk- of studieomstandigheden zijn immers abominabel geworden. De schrijvers verklaren het weer inzakken van de protestgolven in Europa, die immers aanvankelijk flinke hoogtes namen, uit de “dubbel whammy” van werkloosheid en afnemende toegang tot studie.

“The double whammy appears to have sapped the rebellious energy of the young, forcing them to seek greater financial help from parents for housing and daily life.”

Een ander stuk dat bij the Guardian verscheen was geschreven door de antropoloog David Graeber (oa. bekend van de bestseller Schuld, de Eerste 5000 jaar) Graeber komt in The Guardian tot een verrassende bevinding dat de werkende klasse die het slachtoffer is van de crisis en de bezuinigingsmaatregelen, veel te zorgzaam is. Ze zijn druk bezig om elkaar te helpen en slachtoffers op te vangen en kunnen alleen daarom al het zich niet permitteren om alle schepen te verbranden door de barricades op te gaan. Rijke mensen hebben daar geen last van: “The rich and powerful, meanwhile, can remain oblivious and uncaring, because they can afford to.”

Het resultaat is dat de slachtoffers “zichzelf ophangen aan het touw van de solidariteit”:

“There was a time when caring for one’s community could mean fighting for the working class itself. Back in those days we used to talk about “social progress”.

 

Today we are seeing the effects of a relentless war against the very idea of working-class politics or working-class community. That has left most working people with little way to express that care except to direct it towards some manufactured abstraction: “our grandchildren”; “the nation”; whether through jingoist patriotism or appeals to collective sacrifice.

 

As a result everything is thrown into reverse. Generations of political manipulation have finally turned that sense of solidarity into a scourge. Our caring has been weaponised against us.”

Hier kan alleen doorheen gebroken worden als links weer eens een goed verhaal ontwikkelt over arbeid en inkomen: “And so it is likely to remain until the left, which claims to speak for labourers, begins to think seriously and strategically about what most labour actually consists of, and what those who engage in it actually think is virtuous about it.”

Onder het stuk op de website wordt uitvoerig gediscussieerd, vaak ook weer kort en met links naar meer informatie. Er staan meer dan 1000 reacties onder…

Op de website Roarmag wordt uitvoerig ingegaan op beide stukken door Jerome Roos die begint met de observatie dat er niet vergeten mag worden dat er veel massaal protest buiten beeld gelaten wordt, zoals de Spaanse protesten van 22 Maart, die de grootste van de hele crisis waren. Vervolgens komt hij zelf met drie verklaringen voor het inzakken van protest:

  1. De fragmentatie van de samenleving onder invloed van bezuinigingen en kapitalisme, waardoor de samenleving uiteenvalt.
  2. Het hardnekkige gevoel van bezorgdheid om alles dat mensen tegenwoordig aangesmeerd wordt omdat je nergens meer zeker van bent (baan, inkomen, huis, alles kan van de ene op de andere dag weggenomen worden) en
  3. Een alomtegenwoordig gevoel van machteloosheid, met al die problemen waar geen herkenbare ‘vijand’ verantwoordelijk voor is, maar een soort amorf proces waar geen alternatief voor bedacht kan worden.

Het repliek van Roos is niet overtuigend omdat zijn opgevoerde categorieën nogal algemeen en abstract zijn. Het lijkt nogal moeilijk om concrete noden en oplossingen te opperen voor de huidige impasses. Onder het stuk staan wat uitgebreide reacties.

In een tweede stuk met positievere strekking, gaat dezelfde auteur in op de recente massale protesten in Italië.  Daarin ziet de auteur een goed voorbeeld van hoe het (verzet tegen crisis en bezuinigingen) wel kan. De les van die beweging is dat ze zich om tactische redenen zijn gaan richten op bepaalde structurele problemen (met name huisvesting), en brede coalities hebben gevormd maar wel onder aanvaarding van ‘diversity of tactics’. Later meer op globalinfo.nl over de ontwikkelingen in Italië. En na de paasvakantie doen we hier ook een poging om wat punten op een rijtje te zetten over het al dan niet uitblijven van verzet tegen de heersende economische (wan)orde. Mocht u daarover zelf ideeën hebben, stuur ze dan vooral op (info@globalinfo.nl)