“95 procent van de mensen is afhankelijk van wat 5 procent slimme, inventieve en creatieve mensen weet te bedenken. Dáárin moeten we investeren”, betoogt Aleid Truijens in de Volkskrant. Hoewel ze wellicht haar hart op de goeie plek heeft zitten, is het niet de meest taktische woordkeuze.
Ten eerste: voor een deel zitten er tussen die 5% ook veel mensen van ‘de 1%’ waar Occupy het over heeft; mensen die hun kenniskapitaal inzetten om het ‘de 99%’ moeilijk te maken. Ten tweede: het is een ding om het recht op hoger onderwijs te verdedigen, het is iets anders om hoger opgeleiden te verheerlijken en de suggestie te wekken dat alleen hun werk onmisbaar is (of Aleid had erbij moeten zeggen: 99 procent van de bevolking is afhankelijk van de 1 procent vuilnismannen die het afval verwerken, etcetera, etcetera). Wellicht onbedoeld, maakt Truijens zich aan dat laatste schuldig. Hopelijk maakt de toekomstige studentenbeweging niet dezelfde fout.
Aleid zit er natuurlijk volstrekt naast: wie zorgt voor het eten en drinken van die 5%? En voor de auto waarin ze rijden? En het huis waarin ze wonen? Wie heeft dat gebouwd? Wie heeft de elektriciteit aangelegd? En wie heeft die auto gemaakt? En wie heeft de grondstoffen gedolven? En wie heeft ze als baby gezond gemaakt als ze ziek waren? En wie zorgde voor hen op het consultatiebureau? Of, om met Bertolt Brecht te spreken toen iemand zei dat de farao een piramide had gebouwd: helemaal in zijn eentje? was er niet op zijn minste iemand die voor het eten zorgde?
Wie maakt hun schoenen, sokken , telefoons, tv’s, schepen, bankbiljetten, wie delft het goud van hun sieraden?
De intelligentsia, de elite is nodig, zeker. Maar de massa werkenden, in alle soorten en rangen enz., evenzeer. Wie dat niet ziet, is ziende blind en moet terug naar school…
Haar benoemde 5% is volslagen kansloos wanneer we de rest het erbij zou laten zitten. Wat dat betreft ben ik het met Jan Bontje volledig eens.
En dat toont ook de kracht aan van de andere 95% wanneer ze niet op de juiste manier behandeld worden.
Dat horen we dan ook te laten zien bij oa de schoonmakersstakingen.
De werkgeversorganisaties spelen het hard,ondanks de milde eisen die gesteld worden om het loon en de werkomstandigheden te verbeteren.
Deze eisen kunnen wat mij betreft dan ook gezien de weigering van de werkgeversorganisaties om mee te werken verhoogd gaan worden.
Er zit ontzettend veel kapitaal van de leden bij de bonden en dat geld moeten we eens gaan gebruiken om de concurrentie aan te gaan met de
grote facilitaire bedrijven die er verantwoordelijk voor zijn dat de arbeidsmarkt zo enorm onder druk staat.
Laat het FNV dan ook zorgen voor een goede opleiding waarbij ze ook eens gebruik gaan maken van millieuvriendelijke produkten.
De kosten om een schoonmaakbedrijf op te starten zijn minimaal en wat dat betreft is er geen beletsel om onmiddellijk hiermee te gaan starten.