Meer dan 20,000 mensen hebben vandaag deelgenomen aan de algemene staking in Oakland om de 5e grootste haven van de VS en andere bedrijven plat te leggen.
Dit naar aanleiding van de stijgende politie geweld en de algemene ontevredenheid jegens de aanpak van de crisis, waarbij de arbeidersklasse de rekening moet betalen voor een crisis die zij niet heeft veroorzaakt. Zij geven hiermee voorbeeld aan de rest van de Occupy beweging in de wereld, door zich te verenigen met progressieve organisaties en de arbeiders bonden, om samen te strijden tegen het systeem welk zij bestrijden. De solidariteit en samenwerking tussen verschillende groepen binnen de arbeidersklasse is een zeer belangrijke stap voor elke protestbeweging.
Ook in Nederland is een kleine, doch vastberaden occupy beweging in gang gekomen. Bijna drie weken lang bezet men in verschillende steden de bekende pleinen. Maar voorbij de al aanwezige verheerlijking van deze methode van actie voeren en de daarbij behorende modellen voor beslissingen nemen en vergaderen, lijkt de Nederlandse occupy beweging weinig te bewegen. Een toename van het aantal mensen is niet per definitie een toename in de kwaliteit en de druk welk de beweging uitoefent op de gevestigde orde. Erg vaak wilt men, zowel tijdens de assemblies als op de websites, zo neutraal mogelijk overkomen naar de buitenwereld. Deze hunkering naar neutraliteit leidt er echter wel toe dat er weinig consensus bereikt wordt over hoe men nou verder wilt en welke eisen er gesteld moeten worden, want eeuwig op de straat kamperen is geen optie en met kamperen kan men niet een systeem ten val brengen of zelfs van koers doen veranderen.
Niet dat het ten val brengen van het systeem op dit moment reëel is, desalniettemin vertoont de Nederlandse occupy ´beweging´ geen teken van vastberadenheid wat betreft nieuwe tactieken en strategieën om de gewenste resultaat te bereiken. Continu moet er benadrukt worden hoe neutraal de beweging niet is en dat men er zelfs trots op lijkt te zijn dat er geen eisen worden gesteld. De strijd tegen kapitaal en de staat die haar vertegenwoordigt is op geen enkele manier neutraal; het is een politieke, en daarbij een links (buitenparlementair) gekleurde, strijd of men dat zo wilt noemen of niet, de essentie blijft hetzelfde. En het stellen van geen eisen kan gewenst zijn op bepaalde momenten, maar op den duur lijdt dat tot de ongeloofwaardigheid van elke beweging die niet kan verduidelijken waar ze voor wilt strijden. Vage leuzen als ‘wij zijn de 99%’ of ‘let’s talk’, zonder enig klasse analyse met de bijbehorende strategie kan op zijn hoogst een life-style activisme voortbrengen (wat de Occupy NL beweging van buitenaf lijkt), maar of het ook leidt tot een systemische verandering is maar de vraag. Wat dat betreft zijn de occupy colleges in Amsterdam een stap in de goede richting.