In de gehele wereld kwamen miljoenen mensen op 1 mei, de dag van de arbeid, samen om een strijdkreet te laten horen voor arbeidsrechten. Dit jaar stond 1 mei, naast de viering van de overwinningen door de arbeidsstrijd, in het teken van de vergaande bezuinigingen die leiden tot een verslechtering van onder andere het sociale stelsel. Maar op 1 mei werd duidelijk dat dit niet zomaar gepikt wordt.
In de Verenigde Staten spraken duizenden mensen zich uit tegen de ‘anti-union bill’, waarmee collectieve arbeidsrechten verdwijnen, dit in combinatie met de strijd voor immigrantenrechten. In Griekenland, een land hard getroffen door de bezuinigingen, protesteerden 15.000 mensen, in Duitsland waren dat er 420.000. Turkije kende het grootste protest sinds mei 1977 met 220.000 mensen, maar ook duizenden Egyptische arbeiders lieten van zich horen. In Zuid-Korea protesteerden 50.000 mensen tegen de stijgende inflatie en daarmee verhoogde voedselprijzen. In HongKong werd voor het eerst een minimumloon van $3.60 geëist door 8000 Chinezen. In Indonesië liepen duizenden arbeiders een mars naar het presidentiële paleis en in Cuba was de opkomst zoals verwacht massaal met aantallen dat in de honderdduizenden liep.
In Nederland vonden er demonstraties plaats in verschillende steden waaronder Rotterdam en Utrecht. Net als in zekere andere steden ter wereld trad de politie enorm repressief op. Er werden in Utrecht meerdere demonstranten gearresteerd, er werd een verbod tot demonstreren opgelegd en men probeerde spandoeken af te pakken. In Griekenland ging de politie met traangas te werk tegen demonstranten, in Zwitserland en China werden waterkannonen ingezet.
Strijd in de Universiteit
Maar niet alleen op 1 mei is er gedemonstreerd, aan het eind van april vond er een Syrische revolutie plaats op de campus van de Damascus Universiteit. Honderdvijftig medische studenten protesteerden vanwege de dood van meer dan tien demonstranten in de twee daarop voorafgaande dagen. Op 15 april protesteerden studenten van de Oegandese universiteit Makarere tegen het instellingsgeld. Door excessief politiegeweld raakten hiervan zeventig studenten gewond. In de twee daarop volgende weken braken rellen uit in Kampala door de verhoogde voedsel- en olieprijzen. De politie ging hier weer hardhandig te werk waardoor twee mensen omkwamen en meer dan 120 gewond raakten.
Onderwijs in Nederland in de slop
In Nederland zit het HBO in een zogenaamde slop. Een rapport over de kwaliteit van het HBO werd geopenbaard door de Inspectie van het Onderwijs. Hieruit bleek dat een groot aantal studenten onterecht hun diploma zouden hebben ontvangen. Het debat over het gehele onderzoek zal nog op zich laten wachten. Veel politici zijn geschokt door de resultaten en willen deze trend omkeren. Het is echter overduidelijk dat het geplande beleid de kwaliteit van het onderwijs enkel kwaad en niets goeds zal doen.
De studentbestuurders van grote verenigingen zullen als enigen onder ons een keer opgelucht kunnen ademen. Want zij mogen waarschijnlijk vanaf september 2012 een jaar collegegeldvrij besturen, en daarmee behouden zij zelfs de bestuursbeurs. Verenigingen zonder eigen gebouw vallen buiten deze regel, want, zo zegt Yvonne van Rooij, zij hebben minder verantwoordelijkheden. Door deze maatregel hoopt zowel het CvB als de overheid de studenten het gevoel te geven iets te hebben overwonnen. We mogen echter niet alle overige maatregelen vergeten waar studenten de dupe van worden. Onder andere de dure masters, de onmogelijke overgang van het HBO naar de universiteit, het wegbezuinigen van het cursusaanbod, massaal ontslag van onderwijspersoneel, en studenten die een extra jaar tijd willen steken in niet persé een bestuursjaar maar in andere nuttige activiteiten of extra interessante vakken.