1 Mei: De dag van de Arbeid
by Pouyesh Vafaie
1 mei, of de Dag van de Arbeid, heeft zijn origine in de heldhaftige strijd van de Amerikaanse arbeidersklasse voor de achturige werkdag. Tot op heden is deze dag elk jaar een synthese van feest en strijd.
Dit artikel verschijnt binnenkort in de dubbeldikke Krantje Boord zomer editie.
Op 1 mei 1886 staakten tienduizenden arbeiders in de Verenigde Staten; zij eisten een reductie van de werkdag tot acht uur. Toen zij een demonstratie hielden op de Haymarket in Chicago gooide een onbekend persoon (niet een van de demonstranten) dynamiet naar de politie, waarop de politie het vuur op de demonstranten opende. Hierbij kwamen tientallen mensen om het leven en de leiders van de beweging werden later op basis van valse feiten geëxecuteerd. In 1889, tijdens het eerste congres van de Tweede Internationale (een coalitie van socialistische en arbeiderspartijen in Europa), werd 1 mei uitgeroepen tot de internationale dag van de arbeid.
Sindsdien wordt deze belangrijke dag gevierd door miljoenen mensen over de hele wereld. Jaarlijks vinden er zowel festiviteiten als demonstraties en stakingen plaats. Aan de ene kant om te vieren wat men in de geschiedenis heeft bereikt door middel van de arbeidsstrijd, zoals de achturige werkdag, de afschaffing van kinderarbeid in veel landen, het creëren van een sociaal zekerheidsstelsel, langer weekend, etcetera. Maar aan de andere kant doen de problemen van het kapitalistische systeem zich nog steeds in hevige mate voor, denk hierbij aan de economische crisis, massale bezuinigingen, oorlogen, hongersnoden, klimaatverwoesting.. Dit terwijl we in principe genoeg kunnen produceren om twaalf miljard mensen van een comfortabel leven te voorzien (onderdak, voldoende voedsel, toegang tot drinkwater, onderwijs). De verschillen tussen arm en rijk zijn wereldwijd alleen maar toegenomen. Daarom is 1 mei een zeer belangrijke dag, om zowel historische overwinningen te vieren als aandacht te vragen voor de huidige problemen in onze maatschappij die sociale oplossingen vereisen.
In tegenstelling tot veel landen, van Bangladesh tot Zweden en van Spanje tot Egypte, waar 1 mei een officiële betaalde vrije dag is, heeft men er in Nederland voor gekozen om de dag van tevoren de verjaardag van een overleden koningin te vieren. Of dit bewust is gedaan door de autoriteiten (wat niet verbazingwekkend zou zijn) of niet blijft de vraag. Het is in elk geval duidelijk dat Nederland vooralsnog weinig geeft om deze dag. Desalniettemin was 1 mei 2011 hoopgevend, gezien de verschillende activiteiten georganiseerd in drie grote steden: Amsterdam, Rotterdam en Utrecht. Dit is mede het gevolg van de economische crisis en de verregaande bezuinigingen op de publieke sectoren als onderwijs, gezondheidszorg, openbaar vervoer, sociale huisvesting, AOW en meer.
In Amsterdam en Rotterdam verliepen de demonstraties rustig in tegenstelling tot de harde repressie in Utrecht. De demonstranten weigerden om hun demonstratierecht op te geven toen de politie de demonstratie blokkeerde vanwege het feit dat sommige demonstranten hun gezicht bedekten. Al snel omsingelden meer dan vijftien ME-bussen de demonstranten waardoor elk democratisch recht op demonstratie ontzegd werd. Niemand mocht de demonstratie in of uit, dus ook geen omstanders die zich bij de demonstratie wilden aansluiten. Daarnaast vielen ‘stillen’ (politie in burger) zonder enige duidelijke reden van tijd tot tijd de demonstratie aan om iemand te arresteren. In totaal zijn er op deze wijze zestien mensen gearresteerd en een aantal van hen moest naar het ziekenhuis, waarvan één vanwege een elleboog uit de kom. Niet alleen de demonstranten zelf maar ook omstanders waren verontwaardigd over hoe overdreven repressief de politie optrad. Maar de demonstratie ging door en uiteindelijk werd het eindpunt bereikt. Al met al was het ondanks de repressie en soms grimmige sfeer een strijdbare dag. De Utrechtse bevolking heeft kunnen zien hoe de ‘democratische rechtsstaat’ in de praktijk werkt op het moment dat men haar niet klakkeloos aanneemt.
Interessant is de rol van de Partij van de Arbeid bij deze harde repressie die zowel vorig jaar in Rotterdam als dit jaar in Utrecht werd toegepast. De Partij van de Arbeid, in de vorm van een burgemeester, gaf het bevel voor de onrechtvaardige onderdrukking van deze demonstraties. De historische hypocrisie van de sociaaldemocraten is alleen maar duidelijker geworden. Aan de ene kant vieren ze de Dag van de Arbeid, aan de andere kant onderdrukken ze protesten van andere groepen die aandacht vragen voor de problemen in de maatschappij waar diezelfde sociaaldemocratie schuld aan heeft.
Pingback: Dubbeldikke Krantje Boord Nr. 7 « Kritische Studenten Utrecht