Karan Fotia van de ASB analyseert de nieuwste politieke crisis in Den Haag, en geeft een mogelijk antwoord van buitenparlementair links daarop.
Het kabinet is gevallen, het heeft zich verslikt in haar eigen bezuinigingsdrift en theaterpolitiek. In een erg doorzichtige poging om te doen alsof hij geen verantwoordelijkheid heeft voor de bezuinigingszweepslagen uit Den Haag heeft Wilders (PVV) het Catshuis-overleg figuurlijk opgeblazen. Wilders fungeerde inmiddels al enige tijd als ‘gedoogpoedel’ nadat de AOW leeftijd toch niet zo’n ‘breekpunt’ bleek als eerder gesteld, op de avond van de verkiezingen nota bene. Dat hij nu dwars gaat liggen omdat hij claimt de bezuinigingen ‘niet meer te kunnen verantwoorden, met name richting ouderen’ is ronduit lachwekkend en een goedkope stunt om de tanende populariteit van de in LPF vaarwater verkerende PVV wat op te krikken. Een stunt die overigens averechts lijkt te werken. De maatregelen uit het oude regeerakkoord en het Catshuis-overleg zoals het leegbloeden van het onderwijs, de gezondheidszorg, het verhogen van de AOW leeftijd, het snoeien in de publieke sector, een nullijn voor de lonen en verhoging van de BTW waren nog maar het topje van de ijsberg wat Den Haag, Brussel en hun ondernemers en bankierskliek betrof.
Voor het deel van de heersende klasse dat de neoliberale variant van het kapitalisme ondersteunt (in tegenstelling tot het ‘Rijnlandse’ ofwel Sociaaldemocratische kapitalisme van partijen als de SP) was deze crisis sowieso een win-win situatie, zoals Peter Storm al observeerde in zijn analyse van de val van het kabinet. “Ze bereidden, vanuit hun eigen neoliberale dogmatisme, en onder druk van internationale financiële instellingen – ‘de markten’ – grootschalige bezuinigingen voor. (..) Maar in beide scenario’s werd hard bezuinigd, ten koste van miljoenen mensen aan de onderkant, ten bate van de rijken, de ondernemers, de banken, de ‘markten’.”
De Europese commissie heeft 30 april als deadline aangenomen voor de begrotingsplannen en Nederland valt buiten de acceptabele normen voor tekorten zoals uitgezet in het verdrag van Maastricht. Met verkiezingen die op z’n vroegst in Juni maar waarschijnlijk in September plaats gaan vinden ontstaat er een zeer korte adempauze in de sloopdrift van de elite. De 30 april deadline lijkt gehaald te worden door het op donderdag 26 april bereikte akkoord tussen CDA, VVD, GroenLinks, ChristenUnie en D66, maar het feit dat de Nederlandse staat, het ‘braafste jongetje in de klas’, in een politieke crisis raakt bij het doorvoeren van bezuinigingen zorgt ervoor dat het voor het EU-apparaat moeilijker zal worden om landen in de periferie zoals Griekenland en Portugal met hetzelfde gemak als voorheen extra bezuinigingen door de strot te duwen.
Verder heeft het Nederlandse parlement het Europese Stabiliteits Mechanisme (ESM) nog niet goedgekeurd, iets wat wel eens lang op zich zou kunnen laten wachten in de huidige omstandigheden. Dit betekend dat de ESM op z’n vroegst in Juli operationeel is en kan leiden tot nieuwe ‘nerveuze markten’, ‘spanningen op de beurzen’, ‘een negatieve houding van het IMF en de kredietbeoordelaars’ en andere chantage leuzen van de heersende klassen die de crisis dieper in de neerwaartse spiraal duwen met alle gevolgen van dien. Deze paniektaal verschaft het kabinet wel extra ideologische munitie om de bezuinigingen makkelijker en mogelijk nog harder door te voeren. Immers, ze kunnen hun handen in onschuld wassen vanwege de ‘internationale druk’ en zowel de crisis als deze maatregelen presenteren als een ‘objectieve noodzaak’, alsof het natuurlijke wetmatigheden betreft.
Gaat het niet rechtsom, dan maar linksom…
De handreiking van GroenLinks, wat tegenwoordig de partij van kleinburgerlijke yuppen bij uitstek lijkt, om een akkoord te vormen samen met CDA, VVD, ChristenUnie en D66. Dit akkoord, wat de AOW leeftijd oprekt, het ontslagrecht versoepelt, de zorgkosten laat stijgen (wat nog ‘onduidelijk is hoe’ volgens de media) de huren toestaat te stijgen, de lonen in de publieke sector bevriest en de BTW flink opschroeft is kennelijk prima voor GroenLinks als er een infantiele maatregel als een heffing op fossiele brandstoffen bij het pakket komt, iets wat onzinnige symboolpolitiek is als het gaat om de systematische vernietiging en opwarming van de aarde. De pluchejagers en carrièristen laat dit echter koud, die klappen hun handen stuk omdat ze zogenaamd ‘de verantwoordelijkheid’ hebben genomen en het ‘sociaal leenstelsel’ hebben afgeschoten. Echter, zoals de opstapeling van bezuinigingen in de rest van de Eurozone laat zien, wat niet is, kan (en zal) nog komen. Dit zou volgens Jolande Sap (GroenLinks) zou dit het einde van een ‘rechtse wind’ zijn, iets waar de Grieken wel wat van weten toen de ‘rechtse wind’ van Nea Dimokratia werd ingeruild voor de ‘linkse wind’ van PASOK, die prompt de aanvallen op de arbeidersklasse in een hogere versnelling zette.
De nieuwe verkiezingen die met de val van dit kabinet worden ingeluid zullen wederom gepaard gaan met de gebruikelijke naïef-optimistische propaganda, PvdA ballonnen, GroenLinks koffie, SP soepkarren en de rest van het hele theaterapparaat van de schijnoppositie. Geert Wilders (PVV) maakte het wel erg bont door wederom de belofte te herhalen dat de AOW op 65 moest blijven, waarschijnlijk in de hoop dat zijn electoraat aan collectief geheugenverlies lijdt. Diederik Samson (PvdA) en Emile Roemer (SP) maakten van het recent bereikte akkoord gebruik om zich te presenteren als ‘de echte linkse oppositie’ maar de parlementaire poppenkast is, hoezeer de media, zelfbenoemde experts en delen van ‘links’ ons ook willen doen geloven, van weinig belang voor de arbeidersklasse, voor de werkenden en werkelozen, voor studenten en gepensioneerden. Uiteindelijk zal iedere parlementaire coalitie zich naar de 3-procentsnorm van de EU moeten schikken, mede onder druk van de binnen- en buitenlandse ondernemerskringen, dat is de realiteit van de kapitalistische staat en iedere partij die daarvan het pluche bekleed zal die moeten accepteren.
SP-leider Roemer salueerde Den Haag en Brussel al door te stellen dat de 3-procentsnorm gehaald moet worden, maar dan met een ‘langere’ termijn, namelijk 2015. Korte termijn bezuinigen zou ‘niet te overzien’ zijn qua gevolgen, maar een met een paar extra jaar is dit kennelijk prima. Het bijkomende theater over welke zaken als ‘controversieel’ beschouwd worden is eerder gericht op het verzamelen van legitimatie voor de als onvermijdelijk gepresenteerde bezuinigingen dan als een poging om daadwerkelijk de hakken in het zand te zetten. Zoals Peter storm al schreef, “Een PVV-stokpaardje als de bezuinigingen op ontwikkelingshulp zou er uit kunnen, om PvdA en GroenLinks te behagen en het CDA kans te geven een ‘sociaal gezicht’ te herwinnen: politiek als plastische chirurgie. Daartegenover zullen D66, maar ook GroenLinks, aandringen op maatregelen die ‘de arbeidsmarkt flexibeler maken’, waaronder het slopen van ontslagbescherming. Ook de WW kan alsnog onder vuur komen nu de PVV weg is.”
Alle gebrul dat ‘de kiezer nu aan het woord mag komen’ (het ‘feest van de democratie’, dames en heren!) ten spijt, vervroegde verkiezingen betekenen hoogstens dat we eerder de kleur van het mes mogen bepalen wat ons gaat laten bloeden. Hoe sneller we kunnen ‘spreken’, hoe sneller we weer moeten zwijgen. Of we nu snel of traag naar de stembus gaan, of er nu een tomaatrode of VVD-blauwe vlag over het Binnenhof wappert, het resultaat zal in de kern hetzelfde zijn.
Een vinger kan men breken. Vijf maken een vuist!
Hoe kunnen we ons dan wel verzetten tegen de gevolgen van een crisis waar niet voor verantwoordelijk zijn? De aard en specifieke vorm van de crisis is een onderwerp voor een ander artikel maar verzet begint bij het besef dat dit een systeemcrisis betreft op globale schaal en dat verzet, zeker op de lange termijn, alleen mogelijk is in de vorm van structureel verzet tegen het kapitalisme in haar geheel. Dit verzet zal dan ook alleen plaats kunnen vinden buiten de parlementen, buiten de staat en in onze eigen handen. Uiteindelijk is het nog steeds onze dagelijkse activiteit, onze arbeid en ons leven die het hele radarwerk laat tikken, crisis of niet. Verzet tegen de gevolgen van deze crisis, zowel direct (zoals de lerarenstaking en studentenstrijd tegen de bezuinigingen in het onderwijs) als indirect (zoals de diverse werkvloerconflicten rond arbeidsomstandigheden en lonen als gevolg van bedrijfs- of sectorspecifieke bezuinigingen om de winstmarges veilig te stellen), is de vruchtbare grond waarin gezaaid dient te worden. Alleen door van onderop te strijden, solidariteit te zoeken bij en te bieden aan hen die zich verzetten in andere sectoren en delen van de maatschappij, door het vormen van steuncomités, algemene vergaderingen en strijdbare structuren die deze diverse conflicten verbinden en benaderen vanuit het grotere plaatje kunnen we tegenwicht bieden aan het overweldigende gewicht van Nederlandse staat en de Europese Unie. Op het moment dat bezuinigingen in het onderwijs stuiten op bezette universiteiten en afgesloten straten, zoals onlangs in Quebec, wanneer massale ontslagdreiging beantwoord wordt met grootschalige stakingen of bedrijfsbezettingen en al helemaal wanneer deze diverse conflicten elkaar ondersteunen in woord en daad, dan kunnen we de tegenmacht vormen die het land stil legt voordat onze levens nog verder geplunderd worden.
Dit verzet zal zowel spontaan ontstaan (uit pure materiële noodzaak en verontwaardiging) als bevorderd worden door het zelfvertrouwen wat gewonnen wordt uit eerdere conflicten en de inspiratie die andere conflicten bieden. Tijdens de recente schoonmakers staking vertelden aardig wat schoonmakers hoe zeer zij de steun van studenten en diverse revolutionairen waardeerden en op hun beurt inspireerde de vastberadenheid van de schoonmakers anderen. Ook al verliest men een conflict of is er slechts sprake van een Pyrrusoverwinning, de winst in zelfvertrouwen, organisatiecapaciteiten en vers gesmeedde banden en structuren kan van doorslaggevend belang zijn in komende conflicten. Een strijdbare beweging is daarom ook van het grootste belang, iets om in het achterhoofd te houden voor de komende 1-Mei viering en de acties die in de maanden daarop volgen. Een strijdbare, buitenparlementaire beweging kan de spil zijn in het verbinden van deze diverse conflicten, het ondersteunen van strijdende arbeiders in woord en daad, het helpen ons collectief zelfvertrouwen terug te winnen en het stellen van voorbeelden die inspireren.
Zoals de Nederlandse astronoom en radencommunist Anton Pannekoek ooit schreef:
In die tijd [van crisis, red.] zal recessie, werkeloosheid en oorlog meer en meer toenemen. De arbeidersklasse, als ze al niet in opstand is gekomen, moet dan opstaan en vechten. Ze heeft de keuze tussen passief ten onder gaan of actief vechten voor haar vrijheid. Dan zal de taak overblijven om een betere wereld te scheppen uit de chaos van een stervend kapitalisme.
Zal men vechten? De menselijke geschiedenis is een eindeloze storm van conflict en Clausewitz, de bekende Duitse oorlogskundige, trok zelfs de conclusie dat de mens van binnen oorlogszuchtig is. Anderen, zowel skeptici als revolutionairen, zien echter maar al te vaak de terughoudendheid, passiviteit en onverschilligheid om hen heen en zijn wanhopig over de toekomst.
(..)
In tijden van crisis en gevaar blijkt deze passiviteit en dit ‘aanpassingsvermogen’ echter het overleven en levensgeluk niet te garanderen, dan helpt alleen nog de strijd en wordt de passiviteit vervangen door rebellie en moed. De dapperen stellen dan een voorbeeld en de meer terughoudenden ontdekken vaak met verbazing hun eigen moed en tot wat voor heldendaden ze in staat blijken. Het zelfvertrouwen in hen zal ontwaken omdat hier de kans op overleven en geluk vanaf hangt. Bijna instinctief weet men dat samenwerking en solidariteit de massa kracht geeft. Als men ontdenkt wat voor een enorme macht aanwezig is onder hen en hun kameraden, als men de blijdschap van dit ontwaken, dit zelfrespect, dit broederschap ervaart en men de overwinning proeft, wanneer men een nieuwe samenleving ziet ontstaan en helpt bouwen dan zal dit enthousiasme verworden tot een onstuitbare macht.
Goeie tekst, maar het blijft een beetje algemeen. Wat zijn nu de concrete stappen die we kunnen zetten? Ik werk zwart, wordt niet uitgebuit en vindt m’n werk leuk, studeer en het heeft dus weinig zin om te staken. Ik kan gaan rellen op 1 mei in Amsterdam, en das natuurlijk hartstikke leuk, maar hoe zorgen we ervoor dat ook mensen van ‘buiten de scene’ deze strijdbare mentaliteit krijgen? Welke daad van verzet heeft momenteel zin? Hoe zorgen we ervoor dat ‘algemene vergaderingen’ niet alleen bezocht worden door de ‘usual suspects’?
Beste kameraden,
Ik wil graag reageren op jdit artikel “Het kabinet is gevallen, de poppenkast kan beginnen”.In ga hier niet in op de analyse van de regeringscrisis. Zie daarvoor het artikel dat in het komende nummer van Wereldrevolutie verschijnt. Wat ik wel op in zou willen gaan is het feit dat er in je artikel op het einde wel heel veel keer de term conflict wordt gebruikt.
Ik ben heel erg content met de het laatste gedeelte van de artikel onder het kopje “Een vinger kan men breken. Vijf maken een vuist!” Ik moet je wel zeggen dat de eerste keer dat ik diezelfde uitdrukking hoorde in een bijeenkomst was van de KEN (Kommunistische Eenheidsbeweging Nederland) in 1970. Ook al zou ik het niet allemaal op dezelfde manier geformuleerd hebben, draagt dit gedeelte van de tekst toch mijn sympathie weg. Vooral de nadruk die er gelegd wordt in dit gedeelte op “de winst in zelfvertrouwen, organisatiecapaciteiten en vers gesmede banden (….) ook al verliest men een conflict” lijkt me een heel belangrijke bevestiging van de natuur van de strijd van de arbeidersklasse. Aan de andere kant heb ik bijvoorbeeld wel een opmerking met betrekking tot de staat: er staat “buiten de staat”, maar anarcho-communisten vechten volgens mij niet slechts buitenparlementair, maar tegen alle organen die deel uitmaken van de burgerlijke staat.
In ga hier niet in op de analyse van de regeringscrisis. Daarvoor zou ik iedereen willen verwijzen naar het artikel dat in het komende nummer van Wereldrevolutie verschijnt. Wat ik wel aan de orde wil stellen is het feit dat er in het artikel op het einde wel heel veel keer de term conflict wordt gebruikt. Maar het conflict (op zich) is niet doel van onze communistische activiteit. Het conflict lijkt teveel op een confrontatie zonder meer met de heersende machten. Alsof des te meer confrontaties er plaatsvinden, hoe beter het is voor de versterking van de strijd. Het blijft echter zonder meer belangrijk om nagedacht te hebben over mogelijkheden en onmogelijkheden van een bepaalde situatie en/of moment. Met andere woorden: over de vooruitzichten van de strijd op wereldvlak en de krachtsverhouding daarbij tussen bourgeoisie en arbeidersklasse.
Zonder deze inschatting kan men meegesleept worden in een hele gevaarlijke gedachtegang, want ze kan ook leiden tot een voortijdige confrontatie op een niveau die de vijandige macht de kans geeft een beslissende nederlaag toe te brengen. In Nederland is de situatie niet zodanig dat er een al sprake is van een beslissende nederlaag toedienen. Het kan in een situatie, zoals die momenteel bestaat in een land als Griekenland, echter wel leiden tot een onverantwoordelijk en gevaarlijk avontuur (1). Het kan betekenen dat men zich mee laat slepen in een confrontatie, zoals die bijvoorbeeld plaatsvond in 1921 in Duitsland. Met de lofwaardige bedoeling de Sovjetarbeiders te helpen, maar onder volledige miskenning van de werkelijke Duitse situatie, had de Kommunistische Partij een aantal grieven van de arbeiders in Midden-Duitsland gebruikt om een oproep te doen voor een gewapende opstand. Maar de grote massa’s bleven onverschillig en de kommunistische opstand werd door militairen onderdrukt. Dit betekende een beslissende nederlaag voor de arbeidersklasse in Duitsland!.
Toen ze nog leefde heeft Rosa Luxemburg gewaarschuwd voor voortijdige confrontaties, voor een voortijdige greep naar de macht door de arbeidersklasse. In januari 1919 deed een kleine groep toch een poging om de macht te grijpen in Duitsland, waarbij ze werden geleid door de Spartacusbund, die in januari 1919 was omgedoopt in de Communistische Partij van Duitsland. Hoewel ze zich erbij aansloot, vond Rosa de tijd, in tegenstelling tot Karl Liebknecht, echter nog niet rijp genoeg om over te gaan op actie …
Goed om eens een citaat van Anton Pannekoek te plaatsen. Het zou goed zijn als hij weer wat meer bekendheid zou krijgen in het politieke milieu in Nederland. Zie ook de tekst op de site van de IKS, geschreven naar aanleiding van zijn overlijden, vijftig jaar geleden: “Anton Pannekoek, zijn onmisbare betekenis voor de historische strijd van het proletariaat”. Maar ook in Buiten de Orde, zomer 2004, “Anton Pannekoek: De wording van een marxist en het organisatie vraagstuk. ‘Revolutie is een wilsdaad”
arjan de goede
(1) Zie onder meer mijn reactie op de website: http://christianarchie.blogspot.com/2011/06/de-revolutie-in-griekenland-vervolg.html