Kees Visser en Noor Kuijpers (Kritische Studenten Amsterdam) bekritiseren de ja-knikkers van de UvA die IMF-hoofd Lagarde, ECB-baas Draghi en Indiase multimiljonair Ratan Tata met open armen ontvangen en weinig podium bieden voor kritiek.
‘Wat moet ik doen om later zo te worden als u?’, ‘Wie was uw favoriete student?’, ‘Uw handtekening op het euro biljet is eenvoudig vergeleken met die van uw voorgangers, bent u ook zo direct in uw leven?’. Een greep uit de geselecteerde vragen die studenten aan ECB directeur Mario Draghi stelden toen hij een maand geleden te gast was bij Room for Discussion. Vandaag werd de UvA bezocht door IMF directeur Christine Lagarde. Omdat we vreesden voor wederom een gecensureerd rondje vragen van the usual suspects namen we als Kritische Studenten Amsterdam deel aan de protestactie van heden morgen.
Voorafgaand aan het bezoek van Draghi gaf SEFA – de organisatoren van Room for Discussion – studenten de kans om vragen aan de ECB directeur in te sturen via Twitter en e-mail. SEFA selecteerde hieruit de uiteindelijke vragen voor het interview en verklaarde dat deze eerst ter goedkeuring langs het kantoor van het ECB moesten. Vragen die te kritisch waren zouden de oren van Draghi nooit bereiken. Hetzelfde gebeurde in januari van dit jaar toen de Indiase multimiljardair Ratan Tata een bezoek aflegde aan de UvA. Hij ontving een eredoctoraat vanwege zijn ‘corporate social responsibility’. Vanuit de UvA zelf kwam veel kritiek op het toekennen van het doctoraat: universitair docent Sruti Bala schreef een opinie-artikel in de Volkskrant dat ondertekend werd door 20 van haar collega’s. De belangrijkste kritiek op Tata: zijn steeds groter wordende bedrijfsmonopolie die mens en milieu dupeert. Voor deze kritiek was geen ruimte tijdens Room for Discussion. Studenten en activisten die flyers uitdeelden bij de evenementen met Draghi en Tata werden door de beveiliging weggestuurd. Niet omdat er geen kritische studenten zijn, maar omdat de universiteit geen room for discussion biedt.
Het is prima als de universiteit machtige maar controversiële figuren als Ratan Tata, Mario Draghi en Christine Lagarde uitnodigt, maar dan alleen als er tegenover deze hooggeplaatste gasten kritische interviewers staan en niet de eerste de beste snotneus van de business faculteit. De universiteit heeft hier overduidelijk de capaciteiten voor, er zijn genoeg wetenschappers die onderzoek hebben gedaan naar de desastreuze gevolgen van IMF beleid in ontwikkelingslanden en tegenwoordig ook in zuidelijk Europa, waarom krijgen die niet een plaats op het podium? En als het ECB dergelijke ruimte onmogelijk maakt door vragen vooraf te censureren zou de UvA dan niet moeten concluderen dat de gast in het geheel niet welkom is? Want wat blijft er van de universiteit over als er alleen human interest-vragen gesteld mogen worden die slechts leiden tot verheerlijking van macht en succes? Wanneer studenten vraagtekens zetten bij de vanzelfsprekendheid van de wijze waarop Tata, het IMF of de ECB handelt, moeten zij gestimuleerd worden.
In dienst van het bevorderen van de kritische houding van de student zou de UvA er alles aan moeten doen om de kritische student de ruimte te geven. Lagarde moet niet puur en alleen als een uithangbord voor de naamsbekendheid van de universiteit gebruikt worden. Studenten die voorheen verjaagd werden zodra ze met kritische flyers zwaaiden, zouden met open armen ontvangen en toegejuicht moeten worden. Als Kritische Studenten Amsterdam vinden wij dat de universiteit geen kweekvijver behoort te zijn voor ja-knikkers, maar een omgeving waarin men zichzelf en de ander uitdaagt en bevraagt. Wij zagen in het bezoek van Christine Lagarde opnieuw een voorbeeld van hoe de UvA hiervoor onvoldoende ruimte biedt en dringen erop aan dat dit in de toekomst anders zal zijn.