Want hoewel het beleid is studenten zo snel mogelijk naar de arbeidsmarkt te brengen, lijkt het tegelijkertijd beleid te zijn studenten zo lang mogelijk nog niet als volwaardige arbeiders te erkennen (en dus te betalen voor hun werk). Zo ook in de geneeskunde. Gelukkig, wat kritiek op de onbetaalde coschappen.
(Dit probleem speelt natuurlijk niet alleen in de geneeskunde. Het niet erkennen van ‘kenniswerkers’ als arbeiders is in de VS misschien nog erger dan hier. Marc Bousquet beschreef het uitgebreid in in het boek How the University Works. Maar dat ‘trucje’ (je noemt het ‘studeren’, want dan hoef je promovendi geen loon te betalen en werknemersrechten toe te kennen) was Zijlstra van plan ook in Nederland toe te passen. De invoering van het ‘bursalenstelsel’ zou promovendi hun werknemersstatus afpakken en hun de status van student geven. Eerder kwamen de promovendi al in actie tegen het bursalenstelsel met de slogan “promoveren is werk!”)
Overgenomen van Arts in Spe:
Column: Geef coassistenten een stagevergoeding!
Publicatie | 23 januari 2013 |
---|---|
Rubriek | Column, knmg |
Auteur | Hein Handgraaf |
Studenten leveren door de bezuinigingen van het kabinet Rutte-II flink in. De studiefinanciering wordt een lening en de ov-jaarkaart een kortingskaart. Iedere student gaat er fors op achteruit. Zo ook geneeskundestudenten. Een gemiddelde coassistent verliest per jaar 4.400 euro aan inkomsten: 266 euro aan maandelijkse studiefinanciering en gemiddeld 100 euro aan maandelijkse reiskosten. Maar geneeskundestudenten komen nog een ander financieel obstakel tegen: de onbetaalde coschappen. Coassistenten zijn een van de weinige academische masterstudenten die geen stagevergoeding ontvangen. Uit de jaarlijkse enquête van het KNMG Studentenplatform blijkt dat 93 procent van de coassistenten werkweken maakt van meer dan 40 uur. Bijna de helft werkt tijdens hun coschappen zelfs meer dan 50 uur per week. Er is dus te weinig tijd over om naast de coschappen een bijbaan te nemen. Geneeskundestudenten moeten zich daarom dieper dan andere studenten in de schulden steken. Kortom, het is de hoogste tijd dat coassistenten krijgen waar ze recht op hebben: een stagevergoeding.
Column van Hein Handgraaf, voorzitter KNMG Studentenplatform.
In de cao voor ziekenhuizen van 2011-2014 staat: ’Een leerling voor wie in de opleiding een stage als verplicht onderdeel van de studie is opgenomen, heeft recht op een stagevergoeding. Voorwaarde is dat de stage ten minste 144 uur per studiejaar bedraagt.’ Coschappen voldoen hier volledig aan. Ze zijn een verplicht onderdeel van de opleiding tot basisarts en in drie weken heeft een coassistent al het minimum aantal uren voor een heel jaar bij elkaar gewerkt. Waarom dan geen vergoeding?
Volgens tegenstanders zijn coschappen een leerperiode en wordt er geen productieve arbeid geleverd. Dit is klinkklare onzin! Iedere stage is een leerperiode, dat is juist de bedoeling. Het leveren van productieve arbeid kan een extra winst zijn voor de organisatie, maar is geen criterium. Daarnaast leveren coassistenten als bijproduct van dit leren wel degelijk arbeid. Ze assisteren bij operaties, statussen nieuwe patiënten, en helpen op afdelingen. Ook draaien ze avond- en weekenddiensten. Andere stagiaires in de gezondheidszorg, zoals verpleegkundigen in opleiding, doorlopen ook een leerperiode, leveren evenveel arbeid en vallen wél onder de cao. Ziekenhuizen meten met twee maten en discrimineren coassistenten!
In haar richtlijnen noemt de Nederlandse Federatie van Universitair medische centra (NFU) coschappen gewoon een stage. De maximaal gevraagde inzet van een coassistent is 46 uur per week. Bij andere studies is dit 40 uur. Het surplus wordt noodzakelijk geacht in het kader van de medische opleiding. Ziekenhuizen beweren dat de stage in het ziekenhuis puur onderwijs betreft. Driekwart van de coassistenten geeft echter aan dat ze minder dan 5 uur per week onderwijs krijgen. De overige uren staan ze op de werkvloer. Toch wil de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) geen stagevergoeding uitbetalen. Wel de lusten, niet de lasten?
In Nederland werken ongeveer drieduizend coassistenten. Als die elke maand een stagevergoeding krijgen van circa 250 euro, dan kost dat op jaarbasis 9 miljoen euro. Een minimaal bedrag binnen de gezondheidszorg. Bovendien kunnen werkgevers in de zorg die stages aanbieden gebruikmaken van de Wet Vermindering Afdracht loonbelasting (WVA). Deze wet beoogt werkgevers te ondersteunen in de kosten die gemaakt worden voor de begeleiding van studenten. Ook heeft de overheid een fonds van 99 miljoen euro per jaar beschikbaar om stages in zorginstellingen te stimuleren. Kortom, mogelijkheden genoeg voor de NFU, NVZ én de overheid om deze kosten op een aanvaardbare manier te verdelen. Tenslotte moeten niet alleen geneeskundestudenten, maar ook ziekenhuizen en zorginstellingen investeren in hun toekomst.
Het KNMG Studentenplatform wil een einde aan de discriminatie en eist een stagevergoeding voor coassistenten!
Lees ook: