In 1999 ondertekenden 29 Europese ministers van Onderwijs de Bologna declaratie. In dit document staan doelstellingen die de individuele landen in hun onderwijsbeleid zouden moeten nastreven, hiermee werd een nieuwe agenda gezet voor de toekomst van hoger onderwijs in Europa.
Wat zijn de basisideeën achter het Bologna proces? De internationale concurrentiepositie van het Europese hoger onderwijs vergroten, staat centraal. Dit idee is onlosmakelijk verbonden met de economische context waarin het hedendaagse Europees hoger onderwijs wordt geplaatst; een neoliberale context. Marktwerking, controle en meetbaarheid zijn doelstellingen die het Bologna proces nastreeft en deze staan in direct verband met de neoliberale doctrine waarbij de markt het wondermiddel zou zijn tegen elke kwaal. Dat dit idee in de praktijk op verschillende vlakken destructief is en ongelijkheid en sociale uitsluiting bevorderd weten we nu maar al te goed in deze tijden van crisis, welke in sterke mate is veroorzaakt door meer dan dertig jaar neoliberaal beleid.
In het Nederlandse hoger onderwijs zien we deze neoliberale hervormingen, vastgelegd in het Bologna akkoord, op verschillende manieren terug: 1) De radicale economisering van het hoger onderwijs; 2) een politieke voorkeur om onderwijsinstellingen te veranderen van publieke in particuliere instellingen; 3) het streven naar schaalvergroting, inclusief een fusie van universiteiten en hogescholen; 4) het streven om alle onderwijsinstellingen door managers te laten controleren; 5) het streven naar bezuinigingen op onderwijs, ongeacht de niet-economische kosten die dat met zich meebrengt (If You’re so Smart, Why Aren’t You rich?, Lorenz (Ed.), 2008).
Professor Henk Overbeek van VU legt uit dat de Bologna-afspraak er is om de universiteiten alvast voor te bereiden op de komst van bedrijven die ook hoger onderwijs zullen aanbieden en hun recht op overheidsfinanciering zullen aanspreken. In dit verband is laatst een snelle wet ingevoerd die de namen ‘universiteit’, ‘hogeschool’ en ‘university’ beschermt tegen vrij gebruik.
Een voorbeeld van commercieel onderwijs is de Duisenberg International School of Finance. Deze opleiding wordt deels gefinancierd door de overheid (5 miljoen euro) en deels door financiële instellingen, waaronder Aegon, Fortis en ING. Dit komt neer op een investering niet zozeer in onderwijs, maar in de toekomstige human resources van ING of Fortis. Dat de bedenkers van deze opleiding trots zijn op de vele contacturen, de kleine groepen, en het torenhoge collegegeld (26.000 Euro), en de goede resultaten die dit waarschijnlijk zal opleveren, is begrijpelijk. Onbegrijpelijk is dat deze instelling publieke financiering gebruikt om aan eigen profijt te werken en de studenten alleen kennis bijbrengt die instrumenteel is voor eigen bedrijf. Onderwijs wordt een elitair privilege in plaats van een publiek goed toegankelijk voor iedereen.
Een ander probleem met deze hervormingen is het nieuwe financieringsmodel van het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. In dit model krijgen onderwijs instellingen per student steeds minder structureel geld van de overheid waardoor ze steeds afhankelijker worden van de private sector. Dit heeft grote gevolgen gehad voor de organisatie van de universiteit en het onderwijs dat daar wordt gegeven. Hoewel absoluut gezien de overheid meer is gaan investeren, is de hoeveelheid geld die er beschikbaar is per student drastisch afgenomen. In het geval van de Hoge school is dit gat opgevuld door het bedrijfsleven.
Ook Oxford professor Grahame Lock plaatst deze trend onder marktgerichte neoliberale globalisering. Instelling van hoger onderwijs hebben het zwaar te verduren onder het Bologna-proces die van onderwijs een markt willen maken. Studenten zijn met meest zichtbaar de dupe van dit proces. Gelukkig laten studenten deze verloedering van het onderwijs niet toe. Er is een groeiende protest beweging in Europa, in de laatste actieronde in maart 2010 zijn studenten in onder andere Engeland, Frankrijk, Oostenrijk, Duitsland, Italië, Spanje (maar ook bijvoorbeeld Colombia en de VS) de barricades opgegaan met een gedeelde slogan: “Bologna Burns!”
Pingback: Nieuwe Krantje Boord Augustus 2010 uit « Kritische Studenten Utrecht | 2010