Door: Kritische Studenten Utrecht
Verschenen in Klasse! deel 8
De afgelopen maanden is er over de hele wereld, maar vooral in Europa een opleving geweest van de studentenbeweging tegen de commercialisering van het hoger onderwijs. In dit stuk zullen we eerst een overzicht geven van de belangrijkste gebeurtenissen en een idee geven van hoe deze beweging is opgebouwd en georganiseerd. Aansluitend zullen we de situatie in Nederland vergelijken met die in andere landen waar protest en bewegingen veel verder gevorderd zijn dan hier.
Zoals eerder te lezen was in Klasse! (Deel 6: “Het ‘Bologna Proces’ en de protesten daartegen”) vinden er in Europa en de rest van de wereld verregaande hervormingen plaats in het hoger onderwijs. Verschillende landen kampen met verschillende problemen, maar kort samengevat wordt er geprotesteerd tegen de commercialisering, economisering en privatisering van het hoger onderwijs dat zich manifesteert in bezuinigingen, hoger collegegeld, minder (of afschaffing van) studiefinanciering, ‘corporatization’ van universiteiten en hoge scholen, slechter onderwijs (en andere negatieve gevolgen waar we elders op ingaan, zie onze website). De bewegingen protesteren in eerste instantie enkel tegen deze veranderingen, maar spreken zich vaak ook uit tegen commercialisering van het hoger onderwijs an sich en verbreden in veel gevallen hun doelstellingen naar het recht van iedereen op toegankelijk en emancipatorisch onderwijs.
Afgelopen november werd de derde internationale actieweek tegen de commercialisering van het hoger onderwijs gehouden met de leus “Education is NOT for $A£€”. Het ging tijdens deze week niet zozeer om het stellen van direct inwilligbare eisen met betrekking tot onderwijs, maar vooral om het aan de kaak stellen van de commercialisering van het hoger onderwijs op wereldwijd niveau – getuige ook de door studenten in Californië gebruikte slogan “Occupy everything, demand nothing”.
Ongeveer 70 groepen uit 30 landen hebben tijdens deze dagen actie gevoerd met voornamelijk massademonstraties en bezettingen van universiteiten. Voordat de week officieel was begonnen kreeg de hele beweging een grote boost door de bezetting van de tien belangrijkste universiteiten in Oostenrijk uit protest tegen bezuinigingen; na staking van studenten en docenten van de kunstacademie in Wenen tegen hervormingen werd besloten om een van de grootste collegezalen te bezetten. Dit zette een kettingreactie van andere bezettingen door heel Wenen en Oostenrijk in gang. De bezettingen zetten zich al gauw om in 24 uurs ‘student assemblies’ die zich ontplooiden in talloze workshops, discussies over de organisatie en toekomst van het onderwijs en gigantische plenaire vergaderingen om acties voor te bereiden. Dit alles gebeurde vaak op basis van een horizontale organisatiestructuur en direct democratische beslissingswijze. Naar het goede voorbeeld van de Oostenrijkers spreidden demonstraties zich gedurende de actieweek uit naar Kroatië, Duitsland en Californië tot Sierra Leone, Indonesië en Bangladesh. In Europa alleen al zijn er op 17 november, de grootste actiedag, meer dan 300.000 studenten en kenniswerkers de straat op gegaan.
Via internet kon men de internationale acties op de voet volgen. De genoemde bezetting in Wenen werd 24 uur per dag via live-stream uitgezonden. Er was ook een online kaart die up-to-date werd gehouden met locaties en omschrijvingen van bezettingen en demonstraties en via een website en mailinglijst werden activisten van over de hele wereld aangemoedigd om lokale acties te delen met de rest van de beweging. De groepen die deel uitmaken van dit horizontale gedecentraliseerde netwerk zijn actief en heel divers: van anarchistische en communistische groepen tot linkse studentenvakbonden en nationale coalities. De toepassing van moderne technologie (zoals chat, twitter & facebook) om communicatie en organisatie te faciliteren rond een gedeeld doel, heeft activisten van over de hele wereld samengebracht om te strijden voor toegankelijk en emancipatorisch onderwijs voor iedereen en om de onderliggende problematiek van commercialisering als oorzaak aan te wijzen.
Hoewel er in Nederland een stijgende lijn in studentenprotest te constateren is, ging de internationale actieweek tegen commercialisering van hoger onderwijs nagenoeg onopgemerkt aan ons voorbij en ontbreekt vooralsnog een grote grassroots studentenbeweging. Mainstream studentenprotest in Nederland richt zich vooral op korte termijn doelen zoals de hervormingen van het onderwijs tegenhouden of afzwakken, waarbij het proces van commercialisering en economisering van het hoger onderwijs als daadwerkelijke oorzaak van de hervormingen buiten beeld blijft.
Anti-Bologna spandoeken ontbreken bij demonstraties in Nederland, maar er lijkt wel meer actiebereidheid te zijn ontstaan dan voorheen en er wordt inmiddels geprotesteerd tegen een breed scala aan kwesties. Plasterk ontvangt regelmatig protestbrieven van verschillende groeperingen bestaande uit zowel studenten als docenten. De Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) en het Interstedelijk Studentenoverleg (ISo) richten zich met (ludieke) acties en demonstraties in Den Haag vooral op bezuinigingen (met leuzen als “investeer meer” in de kenniseconomie). Amsterdamse studenten behaalden eind 2008 een kleine overwinning door de ‘ambitietaks’ aan de UvA met een petitie en een demonstratie tegen te houden (het idee om studenten te laten betalen voor het volgen van cursussen buiten het vastgestelde vakkenpakket). In Groningen werd met een bezetting geprotesteerd tegen de invoering van het BSA en de afbrokkeling van studentenmedezeggenschap aan de Rijksuniversiteit Groningen en in Utrecht wordt momenteel gestreden tegen de afschaffing van de papieren universiteitskrant van de Universiteit Utrecht. De protestbeweging lijkt te groeien, langzaam, maar zeker.
Als reactie op studentenprotesten lijkt de overheid een lastercampagne te zijn begonnen tegen studenten, om in Nederland het doorvoeren van hervormingen in het hoger onderwijs te vergemakkelijken. De stigmatisering van studenten als criminele, luie prutsers in de media – met berichten zoals “studenten frauderen massaal met studiebeurs”, “studenten laten geld bij belastingdienst liggen”, “studenten doen te lang over hun studie” – heeft niet alleen in de samenleving geleid tot een stereotyperend negatief beeld van ‘de student’, maar ook bij studenten zelf. Protesten richten zich hierdoor vaak op het verdedigen van het recht om te mogen protesteren, in plaats van een aanvallend protest tegen de genoemde onderwijshervormingen, wat een grote stijging van actiebereidheid onder studenten lijkt te bemoeilijken. Dit probleem bestaat ook buiten Nederland. Een student uit Dhaka, Bangladesh schreef op internet: “The government with the help of the commercial media demoralizes the students and always tells them that education is not for free and that it is normal to pay for quality education and that education is a market product”, aldus Terek Ahmad.
Zal het ondanks de negatieve beeldvorming van de luie student mogelijk zijn om een actieve en sterke ‘protestcultuur’ op te bouwen? En kan de protestbeweging in Nederland het momentum vasthouden en uitbreiden of blijft het bij sporadische acties, brieven schrijven aan de minister en hopen op het beste? Om een sterke actiebereidheid te stimuleren zou Nederland een voorbeeld kunnen nemen aan de organisatie van de studentenbewegingen in het buitenland zoals de grassroots beweging in Duitsland, die grootschalige protesten en bezettingsacties mogelijk maakt. Bovendien lijkt de sterke actiebereidheid van buitenlandse studentenbewegingen vaak gepaard te gaan met een meer fundamentele kritiek op de commercialisering van het hoger onderwijs en een meer uitgesproken visie op hoe het onderwijs zou moeten zijn. De kleine successen die de Nederlandse studentenbeweging behaalt zijn wel degelijk van belang om actiebereidheid te stimuleren. Echter, zonder fundamentele kritiek is de commercialisering van het hoger onderwijs niet tegen te houden, maar is slechts de implementatie ervan te beÑ—nvloeden.
Pingback: The impact of social networks on austrian students protests in 2009 « Kritische Studenten Utrecht | 2010